Informatieregels
‘De regering vindt het van groot belang dat pensioenuitvoerders deelnemers, gewezen deelnemers, pensioengerechtigden, en gewezen partners rechtstreeks informeren over de uitvoering van de pensioenovereenkomst’, zo begint in de Memorie van Toelichting het hoofdstuk Voorlichting over de uitvoering van de pensioenovereenkomsten.

Vervolgens legt de Pensioenwet in een groot aantal artikelen vast om welke informatieverstrekking het gaat.
In zijn algemeenheid geldt, dat de informatie tijdig moet geschieden en in duidelijke en begrijpelijke bewoordingen. ‘Alleen op grond van goede informatie’, zo vervolgt de Memorie van Toelichting, ‘kunnen deze belanghebbenden een financiële planning maken met betrekking tot inkomen bij ouderdom, arbeidsongeschiktheid en/of inkomen voor nabestaanden bij overlijden. Het is de verantwoordelijkheid van de burger zelf om te beoordelen of het totaal aan uitkeringen waar hij recht op heeft – op basis van wettelijke regelingen en aanvullende pensioenregelingen – tezamen met eventuele eigen middelen voldoende is of aangevuld moet worden met behulp van een vrijwillige pensioenregeling of een derdepijlerproduct. De informatieverstrekking dient dusdanig te zijn dat een burger deze verantwoordelijkheid waar kan maken.’

In de wet wordt alleen de informatieverstrekking tussen pensioenuitvoerder en (gewezen) deelnemer, gewezen partner en pensioengerechtigden geregeld. Op de relatie tussen verzekeraar en een werkgever is de Wet op het financieel toezicht van toepassing, omdat de werkgever optreedt als verzekeringnemer.

Verzekeraars dienen de deelnemers, gewezen deelnemers, pensioengerechtigden en gewezen partners met een eigen pensioenaanspraak, rechtstreeks te informeren. Dat geldt zowel voor de basispensioenregeling als voor vrijwillige pensioenregelingen.

De wetgever heeft lange tijd geworsteld met de vraag welke informatie altijd schriftelijk moet worden gegeven en welke gegevens ook langs elektronische weg zouden mogen worden verstrekt. Uiteindelijk is een ‘schriftelijk tenzij’-artikel in de wet opgenomen: ‘De pensioenuitvoerder verstrekt de informatie schriftelijk, tenzij de deelnemer, gewezen deelnemer, pensioengerechtigde of gewezen partner instemt met elektronische verstrekking.’ Wel moet die instemming schriftelijk worden gegeven.
« terug

Memorie van Toelichting over:

Pensioenwet:

Trefwoorden