|
|
|
|
|
Bij pensionering:
Pensioengerechtigden zijn niet alleen de deelnemers die een ouderdomspensioen
gaan ontvangen, maar ook zij, die toe zijn aan een arbeidsongeschiktheids-
of een nabestaandenpensioen. Een deelnemer die met pensioen
gaat zal mogelijk ook nog ten behoeve van zijn partner aanspraak op
partnerpensioen hebben of ten behoeve van zijn kinderen een aanspraak
op wezenpensioen. Ook daarvan moet opgave worden gedaan.
Bij pensioeningang moet aan de pensioengerechtigde in elk geval de
informatie door de pensioenuitvoerder worden verstrekt:
a. | een opgave van zijn pensioenrecht;
| b. | een opgave van de opgebouwde aanspraken op nabestaandenpensioen,
wanneer de pensioenregeling daarin voorziet; en
| c. | informatie over de toeslagverlening.
|
Jaarlijks:
De pensioenuitvoerder verstrekt de pensioengerechtigde jaarlijks:
a. | een opgave van zijn pensioenrecht;
| b. | een opgave van de opgebouwde aanspraken op nabestaandenpensioen,
wanneer de pensioenregeling daarin voorziet; en
| c. | informatie over toeslagverlening.
| |
De pensioenuitvoerder informeert de pensioengerechtigde binnen drie
maanden nadat een wijziging in het toeslagbeleid heeft plaatsgevonden.
Naast deze verplichte informatieverstrekking krijgt de pensioengerechtigde
het recht een aantal stukken op te vragen, zoals het jaarverslag en
de jaarrekening.
Als er aanwijzingen zijn gegeven door de toezichthouder, dient de pensioenuitvoerder
te melden hoeveel aanwijzingen er zijn gegeven en
waarop die betrekking hebben.
De verzekeraar informeert de pensioengerechtigden eventueel ook over het bestaan van een vereniging van pensioengerechtigden.
|
|
|
|