|
|
|
|
|
Bij scheiding:
Ook gewezen partners dienen rechtstreeks van de pensioenuitvoerder
informatie te ontvangen. Indien de gewezen partner aanspraak maakt op
bijzonder partnerpensioen, wordt de volgende informatie verstrekt:
a. | een opgave van de opgebouwde pensioenaanspraak op partnerpensioen;
| b. | informatie over toeslagverlening;
| c. | informatie die voor de gewezen partner specifiek van belang is.
|
Het Besluit voegt daaraan toe: ‘De uitvoerder verstrekt de gewezen
partner bij scheiding informatie over de mogelijkheid van afkoop,
bedoeld in artikel 68 van de Pensioenwet, voor zover sprake is van een pensioenaanspraak
onder de afkoopgrens.’
Het is denkbaar dat de scheiding is gemeld aan de pensioenuitvoerder,
maar dat blijkt dat geen aanspraak op bijzonder partnerpensioen ontstaat,
omdat het op risicobasis was gefinancierd. De wetgever vindt het in dat
geval ‘wenselijk’ dat de gewezen partner daarover geïnformeerd wordt.
Ook ligt het voor de hand dat de pensioenuitvoerder wijst op de mogelijkheid
van pensioenverevening.
De informatie over toeslagverlening is dezelfde die bij beëindiging van de
deelneming aan gewezen deelnemers moet worden gegeven.
Periodiek:
De informatie die periodiek aan de gewezen partner moet worden verstrekt, is identiek aan die welke aan de gewezen deelnemer wordt gegeven, zij het dat het hier natuurlijk alleen het partnerpensioen betreft. Ook hier geldt dat de pensioenuitvoerder de informatie minstens eenmaal in de vijf jaar verstrekt. (zie 'Bij beëindiging')
|
|
|
|