Bedrijfsvoering | Adviesregels | De AFM over adviesregels

Nazorg geven
Als er tijdens de looptijd van een beleggingsverzekering wezenlijke wijzigingen in de productkenmerken plaatsvinden, bijvoorbeeld voorwaarden of fiscaliteit, dan is het de wettelijke taak van de financiële dienstverlener om de cliënt hierover te informeren. De AFM vindt het wenselijk als die zorgplicht van de financiële dienstverlener ook geldt bij andere situaties, vanwege de lange looptijd van beleggingsverzekeringen en de onzekerheid over de waardeopbouw.57 Het gaat dan om bijvoorbeeld de volgende situaties.

De waardeontwikkeling van de beleggingen kan ervoor zorgen dat het nodig is om aanpassingen te doen in de beleggingsverzekering of andere maatregelen te nemen. Elk jaar krijgen cliënten met een beleggingsverzekering van de financiële dienstverlener die aanbiedt een overzicht van de opgebouwde waarde: ‘Informatie over uw beleggingsverzekering’ (model 3 van Commissie De Ruiter). Als de beleggingsverzekering is gekoppeld aan een hypotheek dan ziet de cliënt in dit overzicht ook hoe hoog het te verwachten doelvermogen is bij een voorbeeldberekening op basis van het historische rendement en op basis van een pessimistisch rendement. Ook wordt dan het doelvermogen vermeld dat in de oorspronkelijke offerte is opgenomen. 58 De cliënt kan dan dus zien of hier een gat tussen zit. In dit document wordt ook standaard voor advies verwezen naar de financiële dienstverlener. Dit zal vooral belangrijk zijn als het te verwachten doelvermogen op basis van het historische rendement minder is dan het doelvermogen uit de offerte.

De AFM vindt het wenselijk dat de aanbieder het overzicht van de opgebouwde waarde ook aan de financiële dienstverlener verstrekt zodat de financiële dienstverlener op eigen initiatief contact kan opnemen met de cliënt als hij constateert dat de kans groot is dat de cliënt het in de offerte berekende doelvermogen niet zal halen. In zo’n gesprek kan de financiële dienstverlener de cliënt informeren over mogelijkheden die er zijn om het gat dat ontstaan is tussen het in de offerte berekende doelvermogen en het te verwachten doelvermogen zo veel mogelijk te dichten. De mogelijkheden zijn bijvoorbeeld premie verhogen of verlagen, doelstelling aanpassen, meer of minder risico nemen, overlijdensrisicodekking aanpassen of op een andere wijze sparen of beleggen, naast de beleggingsverzekering, om vermogen op te bouwen.

De cliënt wil in de tussentijd aanpassingen doen, omdat zijn persoonlijke wensen en/of (financiële) situatie veranderen. Denk hierbij aan een veranderde gezinssituatie, inkomens- of vermogenspositie, of andere inzichten over het beleggingsbeleid. In veel dienstenwijzers van financiële dienstverleners staat vermeld dat de cliënt wijzigingen in de persoonlijke omstandigheden moet doorgeven. De financiële dienstverlener kan er dan tijdens de looptijd van het product voor zorgen dat het financiële product blijft aansluiten bij de financiële doelen van de cliënt, bijvoorbeeld door de beleggingsverzekering te wijzigen. Soms kan het geven van nazorg ook een gevolg zijn van afspraken uit een eventuele cliëntenovereenkomst. Dit is bijvoorbeeld het geval als de financiële dienstverlener hierin heeft afgesproken om ook tijdens de looptijd van een geadviseerd en afgesloten product bepaalde diensten te verlenen. Zo kan zijn afgesproken dat de cliënt wordt geïnformeerd over de opbouw van het vermogen en wordt geadviseerd over noodzakelijke wijzigingen.

In de praktijk blijkt dat cliënten gedurende de looptijd, meestal zonder voorafgaand advies, diverse wijzigingen doorvoeren in de beleggingsverzekering. Deze wijzigingen zoals premie verhogen of verlagen, premievrij maken, premie vakantie, afkopen en switchen van fondsen kunnen wel grote gevolgen hebben voor de waardeontwikkeling van de beleggingsverzekering. Cliënten realiseren zich dit meestal niet (voldoende). Deze wijzigingsverzoeken stuurt de cliënt vaak direct naar de aanbieder via wijzigings- of switchformulieren. Op zo’n formulier staat bijna altijd een disclaimer, dat er niet wordt geadviseerd. Soms wordt verwezen naar de financiële dienstverlener om de gevolgen van een wijziging eerst te bespreken, voordat de opdracht wordt gegeven. In de meeste gevallen zou de aanbieder de cliënt er nog veel nadrukkelijker op kunnen wijzen, dat een wijziging ingrijpende gevolgen kan hebben en het verstandig is om advies te vragen bij een financiële dienstverlener. Gezien het voorgaande is het actief periodiek contact onderhouden met de cliënt van groot belang.

« Naar Blok III: Advies uitbrengenNaar Blok V: Kwaliteit waarborgen »