Bedrijfsvoering | Adviesregels

De AFM over adviesregels
Hieronder volgen de belangrijkste aanbevelingen voor de financiële dienstverleners die adviseren.
1.Financiële dienstverleners winnen gedurende het adviesproces voldoende informatie in over de cliënt en leggen de ingewonnen informatie over de cliënt voldoende duidelijk vast in het cliëntendossier.
2. Financiële dienstverleners maken een goede vergelijking tussen een beleggingsverzekering en alternatieve producten, zoals ‘bankbeleggen’, ‘banksparen’, beleggingsrekeningen, spaarrekeningen en spaarverzekeringshypotheken, al dan niet gecombineerd met een losse overlijdensrisicoverzekering.
3. Financiële dienstverleners informeren de cliënt volledig en begrijpelijk over de kosten, risico’s en kenmerken van de beleggingsverzekering.
4. Financiële dienstverleners controleren regelmatig binnen de organisatie in hoeverre ze kwalitatief goed advies hebben gegeven.

De AFM beschrijft de gewenste adviespraktijk in diverse rapporten. Hier dient het rapport Kwaliteit advies bij beleggingsverzekeringen als bron.
De toezichthouder beschrijft de adviespraktijk in vijf blokken, die per blok nader worden uitgewerkt.

Blok I: Inventariseren van alle relevante gegevens, kenmerken, wensen en behoeften van de cliënt, inclusief de controle op de juistheid en volledigheid van die gegevens en het informeren over de verschillende financiële producten » lees verder
Blok II: Analyseren van de gegevens van de cliënt door de uitgangspunten en wensen van de cliënt te vertalen naar mogelijkheden en te berekenen of de mogelijkheden aansluiten bij die wensen en uitgangspunten » lees verder
Blok III: Advies uitbrengen aan de cliënt met de motivering van het specifieke advies en de cliënt informeren over de kosten, kenmerken en risico’s » lees verder
Blok IV: Nazorg geven door de cliënt te ondersteunen gedurende de looptijd van het afgesloten financiële product » lees verder
Blok V: Waarborgen kwaliteit door de uitgangspunten van een goede adviespraktijk te verspreiden binnen de organisatie en te controleren op de uitvoering daarvan. Het inwinnen van cliëntinformatie en het informeren van cliënten over de kenmerken en risico’s van financiële producten wisselen elkaar daarbij voortdurend af » lees verder



Zie ook:

Bgfo:

Wft:

AFM: