Artikelen 18 t/m 28 Besluit uitvoering Pensioenwet
Waardeoverdracht
Direct naar:

Artikel 18 Verzoek opgave informatie aan overdragende uitvoerder
   1. De ontvangende uitvoerder vraagt binnen één maand nadat de deelnemer een opgave heeft gevraagd van zijn pensioenaanspraken, aan de overdragende uitvoerder een opgave per de overdrachtsdatum van de overdrachtswaarde en de daaraan ten grondslag liggende gegevens, waaronder:
   a. de pensioenaanspraken waarop de overdrachtswaarde is gebaseerd;
   b. de toeslagverlening;
   c. geslacht, geboortedatum en pensioendatum; en
   d. alle overige informatie die van belang is voor de uitvoering van de waardeoverdracht. Bij de informatie over toeslagverlening is artikel 4 van overeenkomstige toepassing.
   2. Indien de overdragende uitvoerder een premieovereenkomst of premieregeling uitvoert waarbij de premie wordt belegd, geldt de opgave als een voorlopige opgave en is het eerste lid, onderdelen a en b, niet van toepassing.
naar boven

Artikel 19 Opgave informatie aan de uitvoerder
   De overdragende uitvoerder verstrekt de opgave of de voorlopige opgave, bedoeld in artikel 18, binnen twee maanden na ontvangst van het daartoe strekkende verzoek aan de ontvangende uitvoerder.
naar boven

Artikel 20. Opgave informatie aan de rechthebbende
   De ontvangende uitvoerder verstrekt de opgave of voorlopige opgave, bedoeld in artikel 18, binnen twee maanden na ontvangst aan de deelnemer onder vermelding van de aanspraken die zullen voortvloeien uit de waardeoverdracht en de wijze waarop de aanspraken in de pensioenregeling, ondergebracht bij de ontvangende uitvoerder, zullen worden behandeld. Bij de informatie over toeslagverlening is artikel 4 van overeenkomstige toepassing.
naar boven

Artikel 21. Verzoek tot waardeoverdracht
   1. Indien de deelnemer gebruik wil maken van zijn recht op waardeoverdracht, dient hij binnen twee maanden na ontvangst van de opgave of voorlopige opgave, bedoeld in artikel 18, en, indien van toepassing, artikel 22, een verzoek tot waardeoverdracht in bij de ontvangende uitvoerder.
   2. Pensioenaanspraken die door de rechthebbende zijn of worden verkregen op grond van de FVP-bijdrage worden geacht inbegrepen te zijn in het verzoek, bedoeld in het eerste lid.
   3. Indien de partner die begunstigde is voor het partnerpensioen niet instemt met het verzoek tot waardeoverdracht met betrekking tot het partnerpensioen, is artikel 64 van de Pensioenwet dan wel artikel 69 van de Wet verplichte beroepspensioenregeling van overeenkomstige toepassing.
naar boven

Artikel 22. Verzoek opgave informatie aan ontvangende uitvoerder
   De deelnemer kan voor het einde van de termijn genoemd in artikel 21, eerste lid, verzoeken om een aanvullende opgave voor het geval de waarde van het partnerpensioen niet wordt overgedragen. De termijnen, genoemd in de artikelen 18 tot en met 21, eerste lid, zijn van overeenkomstige toepassing.
naar boven

Artikel 23. Afhandeling waardeoverdracht
   1. De ontvangende uitvoerder stelt de overdragende uitvoerder terstond in kennis van de ontvangst van het verzoek tot waardeoverdracht.
   2. Het risico dat betrekking heeft op de over te dragen aanspraken, komt met ingang van de datum van het verzoek van de rechthebbende, bedoeld in artikel 21, eerste lid, voor rekening van de ontvangende uitvoerder.
   3. De overdrachtswaarde wordt binnen tien werkdagen na ontvangst van het verzoek tot waardeoverdracht door de overdragende uitvoerder aan de ontvangende uitvoerder betaald.
4   . De overdragende uitvoerder is rente verschuldigd aan de ontvangende uitvoerder over de overdrachtswaarde over de periode tussen de overdrachtsdatum en de datum waarop de overdrachtswaarde wordt betaald, tenzij het de waardeoverdracht betreft van een premieovereenkomst of premieregeling waarbij de premie wordt belegd naar een andere premieovereenkomst of premieregeling waarbij de premie wordt belegd. Bij overdracht van een premieovereenkomst of premieregeling waarbij de premie wordt belegd naar een kapitaal- of uitkeringsovereenkomst of een kapitaal- of uitkeringsregeling wordt de rente geacht in de overdrachtswaarde begrepen te zijn. Onze Minister stelt regels over de berekening van de rente.
   5. De termijnen, genoemd in dit hoofdstuk, zijn op waardeoverdracht van pensioenaanspraken als bedoeld in artikel 21, tweede lid, niet eerder van toepassing dan nadat de overdragende uitvoerder de FVP-bijdrage heeft ontvangen.
naar boven

Artikel 24. Overschrijding termijnen
   Overschrijding van de in dit hoofdstuk gestelde termijnen door de overdragende of ontvangende uitvoerder wordt de deelnemer niet tegengeworpen.
naar boven

Artikel 25. Berekening overdrachtswaarde
   1. De overdrachtswaarde van pensioenaanspraken is ten minste gelijk aan de contante waarde van de over te dragen pensioenaanspraken op de overdrachtsdatum en wordt berekend op basis van het standaardtarief. Onze Minister stelt regels inzake het standaardtarief. Het standaardtarief wordt berekend op basis van marktwaardering.
   2. Indien de overdrachtswaarde niet op basis van het standaardtarief berekend kan worden, worden de pensioenaanspraken met behoud van de actuariële gelijkwaardigheid eerst omgezet in pensioenaanspraken waarop het standaardtarief wel toegepast kan worden.
   3. Bij de berekening van de overdrachtswaarde mogen buiten beschouwing blijven:
   a. partnerpensioen dat is verzekerd op risicobasis, wezenpensioen en arbeidsongeschiktheidspensioen; en
   b. aanspraken op partnerpensioen die achterblijven bij de overdragende uitvoerder.
   4. De overdrachtswaarde wordt, in afwijking van het eerste lid, niet berekend op basis van het standaardtarief indien de pensioenaanspraken voortvloeien uit:
   a. een kapitaalovereenkomst of kapitaalregeling;
   b. een premieovereenkomst of premieregeling, waarbij de premie wordt belegd; of
   c. een premieovereenkomst of premieregeling waarbij de premie wordt aangewend voor de aankoop van een verzekerd kapitaal.
   5. Onze Minister stelt regels voor de berekening van de overdrachtswaarde in de in het vierde lid genoemde gevallen.
naar boven

Artikel 26. Overdrachtswaarde niet gelijk aan waarde gefinancierde deel van de aanspraken
   Indien bij een uitkeringsovereenkomst of een uitkeringsregeling de overdrachtswaarde niet gelijk is aan de waarde van het gefinancierde deel van de aanspraken, komt het verschil ten gunste, respectievelijk ten laste, van de oude werkgever of van het fonds waar de regeling was ondergebracht.
naar boven

Artikel 27. Aanwenden van overdrachtswaarde
   1. Onze Minister stelt regels voor de berekening van de inkoop van pensioenaanspraken op grond van de overdrachtswaarde in de pensioenregeling van de ontvangende uitvoerder.
   2. In geval van waardeoverdracht naar een premieovereenkomst of premieregeling waarbij de premie wordt belegd wordt de overdrachtswaarde binnen een week na ontvangst van de overdrachtswaarde aangewend voor de aankoop van beleggingseenheden.
naar boven

Artikel 28. Behandeling aanspraken na waardeoverdracht
   1. De na waardeoverdracht verkregen aanspraken in de pensioenregeling, ondergebracht bij de ontvangende uitvoerder, worden behandeld alsof zij in die regeling zelf zijn opgebouwd, waarbij zij ook ten aanzien van de toeslagverlening op dezelfde manier behandeld worden.
   2. Indien de ontvangende uitvoerder een beroepspensioenregeling uitvoert, kan worden afgeweken van het eerste lid ten aanzien van de toeslagverlening indien toepassing van het eerste lid op dat punt zou leiden tot een kennelijk onredelijk resultaat.
   3. Indien in de pensioenregeling, ondergebracht bij de ontvangende uitvoerder, pensioenopbouw plaatsvindt op basis van dienstjaren, wordt de overdrachtswaarde omgezet in voor de pensioenopbouw meetellende dienstjaren.
   4. In een pensioenregeling die voor de pensioenopbouw rekent met een maximaal te bereiken aantal dienstjaren, geldt dat, indien toepassing van het tweede lid leidt tot meer dan het maximale aantal dienstjaren, het meerdere wordt behandeld als een bij ontslag verkregen pensioenaanspraak in die regeling.
naar boven

« terug
Meer informatie:

Pensioenwet:

Besluit: