Pensioenovereenkomst

Arbeidsrelatie
De Pensioenwet spreekt over een ‘tussen een werkgever en een werknemer gesloten pensioenovereenkomst’.

Bij de definitie van het begrip ‘werknemer’ is aansluiting gezocht bij de Wet Arbeid en zorg, omdat deze wet verwijst naar zowel de arbeidsovereenkomst in het Burgerlijk Wetboek, als de publiekrechtelijke aanstelling. Daardoor kunnen ook ambtenaren onder de werking van de Pensioenwet worden gebracht.

Uitzendkrachten
Datzelfde geldt voor uitzendkrachten, aangezien de Wet Flexibiliteit en zekerheid aangeeft dat dezen op basis van een arbeidsovereenkomst in de zin van het Burgerlijk Wetboek werken, en voor de oproepkrachten die volgens deze wet werken op basis van een arbeidsovereenkomst.

Huishoudelijke hulpen
Huishoudelijke hulpen, zoals alfahulpen die in een particulier huishouden werkzaam zijn, kunnen aanspraak maken op de beschermende werking van de Pensioenwet, indien zij op basis van een arbeidsovereenkomst werkzaam zijn.

DGA
De wet schept duidelijkheid over de directeur-grootaandeelhouder. De bijzondere positie die hij in de PSW innam wordt hem ontnomen: hij valt geheel buiten de werkingssfeer van de Pensioenwet (zie het aparte hoofdstuk over de DGA), omdat er geen sprake is van feitelijke ondergeschiktheid aan het bestuur van de onderneming die de werkgeversrol vervult. Omdat er in het geheel geen sprake is van pensioen in de zin van de wet, valt ook de (ex)partner van de DGA buiten de reikwijdte.

Pensioenafspraak na beëindiging dienstverband
Een pensioenafspraak die gemaakt wordt na beëindiging van de dienstbetrekking, wordt niet als pensioen in de zin van de wet beschouwd. Er is geen sprake van een tussen werkgever en werknemer overeengekomen uitkering. Voor een dergelijke overeenkomst geldt dan ook geen onderbrengingsplicht.

In het geval dat na de beëindiging van een dienstverband een reeds bestaande overeenkomst wordt aangevuld – bijvoorbeeld in het kader van een afvloeiingsregeling – wordt de aanvulling wél als pensioen in de zin van de wet beschouwd. Er is dan immers geen sprake van een nieuwe overeenkomst, maar van de aanvulling van een bestaande, waarbij die aanvulling sterk samenhangt met de reeds tijdens het dienstverband gesloten pensioenovereenkomst.

Gemoedsbezwaarden
Overeenkomsten voor gemoedsbezwaarden vallen buiten het kader van de wet. Deze groep heeft principiële bezwaren tegen verzekeren, terwijl bij pensioen altijd sprake is van een verzekering.
De werkgever kan wel een spaarregeling ten behoeve van de oude dag overeenkomen, of op die manier een voorziening treffen voor het risico van overlijden of arbeidsongeschiktheid. Een dergelijke regeling valt dan niet onder de Pensioenwet, maar onder het Besluit fondsen en spaarregelingen, gebaseerd op de bepalingen in het Burgerlijk Wetboek.

Memorie van Toelichting over:

Zie ook: