|
|
Kern van dit wetsvoorstel is de driehoeksverhouding tussen werkgever,
werknemer en pensioenuitvoerder. In deze driehoeksverhouding ligt de
verantwoordelijkheid van de werkgever bij de pensioenovereenkomst en
de onderbrenging hiervan via een uitvoeringsovereenkomst bij een
pensioenuitvoerder. De pensioenuitvoerder, ongeacht of deze nu een
verzekeraar of pensioenfonds is, is verantwoordelijk voor de uitvoering
van de pensioenovereenkomst op basis van de uitvoeringsovereenkomst.
Dit betekent dat de pensioenuitvoerder het pensioenreglement opstelt en
verantwoordelijk is voor de voorlichting aan deelnemers.
Voor pensioenfondsen betekent dit geen wezenlijke verandering. Voor
pensioenovereenkomsten die ondergebracht zijn bij een verzekeraar,
betekent de formulering in dit wetsvoorstel ten aanzien van de voorlichting
een verheldering van de verantwoordelijkheidsverdeling tussen werkgever
en verzekeraar ten opzichte van de bestaande situatie. Bij deze
pensioenovereenkomst is sprake van een verschuiving van taken van de
werkgever naar de verzekeraar.
-------------
De werkgever heeft op grond van deze wet de plicht om de uitvoering
van de pensioenovereenkomst volledig, dus inclusief het verzekeringsrisico,
onder te brengen bij een pensioenuitvoerder, rekening
houdend met de afspraken die daarover in het (collectieve) arbeidsvoorwaardenoverleg
zijn gemaakt. De werkgever dient er bij die onderbrenging
op toe te zien dat de afspraken uit de pensioenovereenkomst leiden
tot een daarop aansluitend pensioenreglement. Om ten aanzien van de
uitvoering van de pensioenovereenkomst de door de regering gewenste
duidelijkheid te verkrijgen over de verantwoordelijkheden van werkgever
en pensioenuitvoerder omvat deze wet voor werkgevers en
pensioenuitvoerders de plicht om een uitvoeringsovereenkomst te sluiten.
In de uitvoeringsovereenkomst dienen de werkgever en de pensioenuitvoerder
afspraken vast te leggen over de uitvoering van de pensioenovereenkomst.
Paragraaf 4.6 geeft aan over welke inhoudelijke onderwerpen
de pensioenuitvoerder en de werkgever afspraken moeten maken
in de uitvoeringsovereenkomst.
Het voorschrift dat een werkgever en een pensioenuitvoerder verplicht
zijn om een uitvoeringsovereenkomst te sluiten over de uitvoering van de
pensioenovereenkomst betekent niet dat voor iedere individuele pensioenovereenkomst
een afzonderlijke uitvoeringsovereenkomst gesloten dient
te worden. Een uitvoeringsovereenkomst kan betrekking hebben op het
totaal van de pensioenovereenkomsten die de werkgever met zijn werknemers
sluit, ongeacht of het daarbij gaat om pensioenregelingen die
bedoeld zijn voor een groep werknemers of pensioenregelingen die
bedoeld zijn voor één werknemer. Het is aan de pensioenuitvoerder en de
werkgever om te besluiten of met één uitvoeringsovereenkomst
kan worden volstaan of dat de voorkeur wordt gegeven aan één
uitvoeringsovereenkomst per pensioenregeling.
De uitvoeringsovereenkomst is vereist in de relatie tussen de werkgever
en de pensioenuitvoerder. Op grond van de PSW bestaat er nu al een
voorgeschreven overeenkomst in de relatie tussen werkgever en pensioenuitvoerder,
namelijk de financieringsovereenkomst als bedoeld in artikel
3a, eerste lid, PSW.
De regering wil tussen werkgever en pensioenuitvoerder
één document voorschrijven. Daarom is er in deze wet
voor gekozen de elementen van de bestaande financieringsovereenkomst
in de uitvoeringsovereenkomst op te nemen.
De uitvoeringsovereenkomst dient alle vereiste onderdelen zoals omschreven
in paragraaf 4.6.1 te bevatten. In paragraaf 4.6.2 zijn de onderwerpen
genoemd die eveneens in de uitvoeringsovereenkomst thuishoren, maar
geen verplichte onderdelen zijn.
In geval de pensioenuitvoerder een verzekeraar is kan de verzekeringspolis
dienen als uitvoeringsovereenkomst. Uiteraard dient die polis dan
wel te voldoen aan alle eisen die aan uitvoeringsovereenkomsten worden
gesteld (zie paragraaf 4.6).
In de adviesaanvraag aan de SER is expliciet aandacht besteed aan de
verantwoordelijkheid van werkgevers, pensioenfondsen en verzekeraars.
De SER adviseert om de afspraken tussen werkgever en pensioenuitvoerder
schriftelijk vast te leggen. De hier door de regering gekozen lijn
ten aanzien van het vastleggen van de afspraken tussen werkgever en
pensioenuitvoerder komt overeen met het voorstel van de SER. De regering
heeft er voor gekozen om het document waarin de afspraken tussen
werkgever en pensioenuitvoerder worden vastgelegd uitvoeringsovereenkomst
te noemen. De door de SER voorgestelde term «opdrachtbrief»
dekt de lading niet voldoende. Bij de uitvoering van de pensioenovereenkomst
gaat het immers niet alleen om de eenzijdige opdracht die
de werkgever aan de pensioenuitvoerder geeft, maar om wederzijdse
afspraken tussen werkgever en pensioenuitvoerder over de uitvoering van
de pensioenovereenkomst en de verantwoordelijkheidsverdeling daarbij.
Zowel de pensioenuitvoerder als de werkgever hebben hun eigen verantwoordelijkheid
ten aanzien van het naleven van nationale en internationale
wet- en regelgeving. De werkgever mag geen pensioenovereenkomst
met werknemers sluiten die in strijd is met wet- en regelgeving en de
pensioenuitvoerder mag geen pensioenovereenkomsten uitvoeren die in
strijd zijn met wet- en regelgeving. Werkgever en pensioenuitvoerder
mogen ook geen uitvoeringsovereenkomst sluiten die in strijd is met weten
regelgeving. Dit betekent ook dat de werkgever en de pensioenuitvoerder
wetswijzigingen of nieuwe wetgeving die tijdens de duur van de
uitvoeringsovereenkomst hun beslag krijgen, moeten doorvoeren in de
uitvoeringsovereenkomst indien de uitvoeringsovereenkomst in strijd is
met die gewijzigde of nieuwe wetgeving. Nieuwe of gewijzigde wetgeving
op het terrein van de aanvullende pensioenen zal in de praktijk dan ook
leiden tot nieuwe onderhandelingen tussen werkgever en pensioenuitvoerder.
Het kan uiteraard voorkomen dat de werkgever en de pensioenuitvoerder
het niet met elkaar eens zijn over een mogelijke strijdigheid met nationale
en internationale regelgeving. Het is dan uiteindelijk aan de rechter om
hierover een uitspraak te doen.
Het is uitdrukkelijk niet de bedoeling dat de werkgever of de pensioenuitvoerder
de uitvoeringsovereenkomst actief als informatiedrager gaan
gebruiken ten behoeve van de voorlichting van deelnemers, gewezen
deelnemers en pensioengerechtigden over de pensioenregeling waarin zij
deelnemen of op grond waarvan zij pensioen ontvangen. Een pensioenuitvoerder
kan dus niet volstaan met toezending van de uitvoeringsovereenkomst.
De uitvoeringsovereenkomst is wel opvraagbaar door
deelnemers, gewezen deelnemers en pensioengerechtigden. Op die
manier wordt bereikt dat deelnemers, gewezen deelnemers en pensioengerechtigden
die geïnteresseerd zijn in de afspraken tussen de pensioenuitvoerder
en de werkgever, die afspraken kunnen inzien.
|
|
|