|
|
|
Zoals eerder [ in paragraaf 4.6 ] aangegeven dienen de werkgever en de pensioenuitvoerder
de afspraken die zij maken vast te leggen in een uitvoeringsovereenkomst.
Alleen op die manier ontstaat de door de regering beoogde transparantie
en duidelijkheid over de verantwoordelijkheidsverdeling tussen werkgever
en pensioenuitvoerder.
Werkgever en pensioenuitvoerder zijn in principe
vrij ten aanzien van de afspraken die zij in de uitvoeringsovereenkomst op
willen nemen, maar de uitvoeringsovereenkomst dient ten minste de
volgende vijf onderwerpen te omvatten:
- De procedures voor omzetting van de pensioenovereenkomst in het
pensioenreglement;
- De financiële relatie tussen de werkgever en de pensioenuitvoerder;
- Het toeslagbeleid;
- De uitgangspunten en procedures die gevolgd worden in geval van
vermogenstekorten en -overschotten, dan wel winstdeling;
- De informatieverstrekking van de werkgever aan de pensioenuitvoerder.
Omzetting van pensioenovereenkomst in pensioenreglement
De in de uitvoeringsovereenkomst op te nemen afspraken hebben in de
eerste plaats betrekking op de omzetting van (wijzigingen in) de pensioenovereenkomst
naar het pensioenreglement en de procedures die bij deze
omzetting gevolgd worden. Hiervoor is al aangegeven dat het pensioenreglement
in overeenstemming moet zijn met de pensioenovereenkomst.
Ook de statuten van de pensioenuitvoerder mogen niet strijdig zijn met de
pensioenovereenkomst of het pensioenreglement.
Daarnaast dient in de uitvoeringsovereenkomst te staan welke procedures
er gelden als het bestuur van een pensioenfonds besluit om het pensioenreglement
te wijzigen. Ook een eventuele bevoegdheid van het fondsbestuur
om op eigen initiatief het reglement te wijzigen en de procedures
die daarbij richting werkgever en deelnemersraad gelden, moet in de
uitvoeringsovereenkomst opgenomen worden.
De financiële relatie tussen de werkgever en de pensioenuitvoerder
In de uitvoeringsovereenkomst dienen de werkgever en pensioenuitvoerder
hun afspraken vast te leggen over het financiële verkeer tussen de
werkgever en de pensioenuitvoerder.
De uitvoeringsovereenkomst dient
in ieder geval afspraken te bevatten over de volgende aspecten betreffende
de betaling van de premie door de werkgever aan de pensioenuitvoerder:
- de wijze waarop de premie wordt vastgesteld;
- de betaling van de premie;
- de procedures welke gelden bij het niet betalen van de premie door de
werkgever.
Werkgever en pensioenuitvoerder zijn overigens niet volledig vrij afspraken
te maken over de wijze waarop de premie wordt vastgesteld
(premiebeleid en de hoogte van de premie). Immers, een pensioenfonds
is gehouden aan de normen uit het financieel toetsingskader (FTK) voor
pensioenfondsen en verzekeraars aan de normen uit de Wet financieel
toezicht. Voorzover het FTK en de Wft ruimte bieden voor nadere
afspraken, bijvoorbeeld het al dan niet dempen van premies bij pensioenfondsen,
kunnen werkgever en werknemer in de uitvoeringsovereenkomst
nadere afspraken maken.
De bij verzekeraars veel gebruikte werkwijze waarbij de werkgever van de
verzekeraar een bruto premietabel krijgt met daarin de premie respectievelijk
koopsom per X-bedrag verzekerd pensioen en de bijbehorende
leeftijdscategorieën vergezeld van berekeningsvoorschriften, voldoet aan
het voorschrift dat de wijze waarop de premie wordt vastgesteld in de
uitvoeringsovereenkomst moet worden opgenomen.
Toeslagbeleid
Een derde onderwerp dat in de uitvoeringsovereenkomst thuishoort is het
te voeren beleid ten aanzien van de verlening van toeslagen. Op grond
van deze wet is niet vereist dat verlening van toeslagen plaatsvindt.
De regering is wel van mening dat werkgevers en werknemers in de
pensioenovereenkomst (zie paragraaf 3.3.5) aandacht behoren te
schenken aan de vraag of, en zo ja onder welke voorwaarden, toeslagverlening
plaatsvindt. Voor zover de afspraak over toeslagverlening
beslissingsruimte biedt aan de pensioenuitvoerder over de invulling van
het toeslagbeleid, dient in de uitvoeringsovereenkomst zo concreet mogelijk
te worden overeengekomen hoe de pensioenuitvoerder deze beslissingsruimte
gebruikt.
Uiteindelijk heeft de pensioenuitvoerder een eigen
verantwoordelijkheid ten aanzien van het geven van invulling aan de
voorwaardelijkheid van de toeslagverlening. Op pensioenuitvoerders rust
immers de plicht om bij voorwaardelijke toeslagverlening consistentie te
betrachten in het geheel van gewekte verwachtingen, de financiering en
het realiseren van voorwaardelijke toeslagen (zie paragraaf 6.6).
Vermogensoverschotten en -tekorten
Het vraagstuk van het te voeren beleid in geval van vermogenstekorten en
-overschotten is relevant in geval van onderbrenging van de pensioenovereenkomst
bij pensioenfondsen. Immers, in geval van onderbrenging
bij een pensioenfonds is sprake van een flexibele premie en kunnen overschotten
en tekorten ten goede komen aan, c.q. ten laste komen van de
werkgever of deelnemers. Voor de vraag wanneer sprake is van een
vermogensoverschot of -tekort zijn de bepalingen rond het financiële
toetsingskader (hoofdstuk 6) relevant. Uit deze bepalingen vloeit onder
andere voort dat het pensioenfonds zich in geval van een vermogenstekort
richt op het herstel van de situatie. De regering acht het gewenst
dat partijen vooraf bezien hoe zij om zullen gaan met een eventueel
vermogensoverschot. Om die reden is in deze wet bepaald dat in
de uitvoeringsovereenkomst aandacht moet worden geschonken aan de
wijze waarop het te voeren beleid in een dergelijke situatie vastgesteld zal
worden. Dat betekent dat er procedure-afspraken gemaakt worden in de
uitvoeringsovereenkomst. Voorts spreken werkgever en pensioenfonds in
de uitvoeringsovereenkomst af welke uitgangspunten zij zullen hanteren
in geval van overschotten. Aandachtspunt hierbij is wel dat ook op dit
punt de eigen verantwoordelijkheid van het pensioenfonds niet in het
gedrang mag komen. Uiteindelijk ligt de verantwoordelijkheid voor het
financiële beleid van het pensioenfonds, en dus ook voor de omgang met
eventuele overschotten of tekorten, bij het pensioenfonds. Die afspraken
dient het pensioenfonds, met inachtneming van de bepalingen van het
financiële toetsingskader, uit te voeren. Als de afspraken uit het arbeidsvoorwaardenoverleg
of de pensioenovereenkomst ruimte bieden voor
eigen beleid van het fonds, dan dienen werkgever en pensioenfonds
afspraken te maken over de wijze waarop de besluitvorming over een
overschot of tekort plaatsvindt. Afspraken over de wijze waarop met
de uitvoeringsovereenkomst, en worden derhalve voor advies voorgelegd
aan de deelnemersraad. Ook een eventueel besluit van een pensioenfonds
om in geval van een vermogensoverschot daadwerkelijk over te gaan tot
het terugstorten van middelen aan de werkgever, of het toepassen van
een korting op de premie, moet eerst aan de deelnemersraad worden
voorgelegd.
In geval van onderbrenging van de pensioenovereenkomst bij een verzekeraar
komen tekorten voor rekening van de verzekeraar. De verzekeraar
heeft, voor de duur van de overeenkomst, een prijsafspraak gemaakt met
de werkgever en kan eventuele tekorten niet afwentelen op de werkgever
of de deelnemers. Wel kunnen afspraken gemaakt worden over een mogelijke
verdeling van een deel van de winst over werkgever of deelnemers.
Dit is bijvoorbeeld het geval indien gewerkt wordt met een systeem van
gesepareerd beleggen of een andere vorm van winstdeling. Als er afspraken
zijn gemaakt tussen een werkgever en een verzekeraar over de verdeling
van de winst, behoren deze afspraken ook in de uitvoeringsovereenkomst
te worden opgenomen.
Informatieverstrekking werkgever aan pensioenuitvoerder
Om de pensioenregeling goed te kunnen uitvoeren heeft de pensioenuitvoerder
bepaalde gegevens nodig. Hierbij gaat het bijvoorbeeld om de
naam, het adres, de geboortedatum en salarisgegevens van de werknemers
die in dienst zijn bij de werkgever. De werkgever is op grond van deze wet dan ook verplicht om de voor de uitvoering van de pensioenregeling
benodigde gegevens aan de pensioenuitvoerder aan te leveren.
Om welke gegevens het gaat, dienen werkgever en pensioenuitvoerder in
de uitvoeringsovereenkomst af te spreken. Dat geldt ook voor de wijze
van aanlevering van deze gegevens, de mutaties in deze en de termijn
waarbinnen die gegevens moeten worden aangeleverd. Deze wet
bevat niet, zoals in de Regelen verzekeringsovereenkomsten PSW wel het
geval is, een expliciete bepaling dat de verzekeraar niet aansprakelijk is als
de werkgever verzuimt de betreffende gegevens te leveren. De reden
daarvoor is dat deze wet als uitgangspunt hanteert dat voor
pensioenfondsen en verzekeraars dezelfde regels gelden. Voor pensioenfondsen
is in de PSW geen expliciete vrijwaring van aansprakelijkheid
geregeld. In deze wet wordt het wettelijke regiem voor verzekeraars
gelijk getrokken met dat voor pensioenfondsen (zie ook paragraaf
5.5). Pensioenuitvoerders zijn in deze wet derhalve niet expliciet
gevrijwaard van aansprakelijkheid voor het geval de werkgever verzuimd
heeft gegevens te verstrekken. Dat betekent overigens niet dat pensioenuitvoerders
in een voorkomend geval per definitie wél aansprakelijk zijn;
indien de werkgever verzuimt de gegevens van een bepaalde werknemer
aan de pensioenuitvoerder te verstrekken ligt het in de rede dat die werknemer
de werkgever aansprakelijk stelt voor de schade. Dat pensioenuitvoerders
niet expliciet gevrijwaard zijn van aansprakelijkheid in geval
van een verzuim van de werkgever onderstreept wel de noodzaak voor
werkgevers en pensioenuitvoerders om sluitende afspraken te maken
over gegevensverstrekking.
|
|
|