Paragraaf 4.6.2 Memorie van Toelichting
«Als – dan» onderdelen van de uitvoeringsovereenkomst
Naast de verplichte onderdelen van de uitvoeringsovereenkomst (paragraaf 4.6.1) zijn er ook nog een aantal onderwerpen waartoe werkgever en pensioenuitvoerder niet verplicht worden afspraken te maken, maar waarvoor wel geldt dat indien de werkgever en de pensioenuitvoerder over deze onderwerpen afspraken maken, de betreffende afspraken in de uitvoeringsovereenkomst moeten worden opgenomen.

Deze zogenoemde «als – dan»-onderdelen betreffen:
Betalingsvoorbehoud werkgever
Als een werkgever zichzelf het recht voorbehoudt tot vermindering of beëindiging van zijn premie aan de pensioenregeling, dient dit voorbehoud op te worden genomen in de uitvoeringsovereenkomst én in de pensioenovereenkomst. Als in de pensioenovereenkomst geen betalingsvoorbehoud is opgenomen, kan de uitvoeringsovereenkomst ook geen betalingsvoorbehoud bevatten.

De voorschriften uit de PSW inzake dit voorbehoud van het recht tot vermindering of beëindiging van de betaling van de premie blijven gehandhaafd.

Kortingen op de premie
De werkgever en de pensioenuitvoerder kunnen een premiekortingsregeling afspreken. Als dat het geval is, moet die regeling in de uitvoeringsovereenkomst worden opgenomen. De afspraken moeten in ieder geval betrekking hebben op de voorwaarden waaronder sprake is van een korting op de premie, de wijze waarop de hoogte van de premiekorting wordt bepaald en op wat er met die korting gebeurt (bijvoorbeeld terugsluizing naar de werkgever, terugsluizing naar de werkgever en werknemers of toevoeging aan een toeslagdepot, etc.).
Als de pensioenuitvoerder een pensioenfonds betreft, dienen de partijen zich bij het sluiten van de uitvoeringsovereenkomst te houden aan de bepalingen over het kostendekkend zijn van de premie. In dat kader geldt dat een pensioenfonds alleen premies kan terugstorten of kan verlagen als ook de eventuele voorwaardelijke toeslagen in de toekomst kunnen worden verleend. Het besluit om tot premiekorting over te gaan moet voor advies langs de deelnemersraad.

Bijstortingsverplichting werkgever
Als de werkgever en de pensioenuitvoerder een bijstortingsverplichting voor de werkgever overeenkomen, moet deze afspraak in de uitvoeringsovereenkomst worden opgenomen. Daarbij moet in ieder geval afgesproken worden onder welke voorwaarden de werkgever moet bijstorten en hoe de hoogte van de bijstorting wordt bepaald.

Vrijwillige voortzetting
Als de werkgever en werknemer in de pensioenovereenkomst hebben afgesproken dat het mogelijk is de pensioenregeling vrijwillig voort te zetten na beëindiging van de arbeidsverhouding, moeten de werkgever en de pensioenuitvoerder in de uitvoeringsovereenkomst afspraken maken over deze mogelijkheid, de daarbij behorende verplichtingen en de financiële relatie tussen de pensioenuitvoerder en de werknemers.

Vrijwillige aansluiting bij een bedrijfstakpensioenfonds
Als een werkgever zich vrijwillig aansluit bij een bedrijfstakpensioenfonds, moet in de uitvoeringsovereenkomst vermeld worden op grond van welke aansluitingscriteria de vrijwillige aansluiting is gerealiseerd (zie ook paragraaf 5.3.3).

« terug
Memorie van Toelichting: