Relatie met werkgever | Uitvoeringsovereenkomst

Inhoud uitvoeringsovereenkomst
De werkgever en de pensioenuitvoerder dienen de afspraken die zij maken vast te leggen in een uitvoeringsovereenkomst.

Zij zijn in principe vrij ten aanzien van de afspraken die zij in de uitvoeringsovereenkomst op willen nemen, maar de uitvoeringsovereenkomst dient ten minste de volgende vijf onderwerpen te omvatten:
De wet specificeert een aantal onderwerpen nader die in elk geval in de uitvoeringsovereenkomst moeten worden vastgelegd. Voor verzekeraars en adviseurs zijn de volgende van belang:
a.De wijze waarop de verschuldigde premie wordt vastgesteld.
b. De wijze waarop en de termijnen waarin de verschuldigde premie moet worden voldaan.
c. De informatie die door de werkgever aan de pensioenuitvoerder wordt verstrekt.
d. De procedures die gelden bij het niet nakomen van de premiebetalingsverplichtingen door de werkgever.
e. De procedures die gelden bij het opstellen en wijzigen van het pensioenreglement in verband met het sluiten en wijzigen van een pensioenovereenkomst.
f. De voorwaarden waaronder toeslagverlening plaatsvindt.
g. De voorwaarden die gelden bij beëindiging van een uitvoeringsovereenkomst. De wet schrijft voor dat bij de formulering van de voorwaarden de belangen van zowel de verzekeraar als de werkgever ‘vanuit actuarieel en bedrijfseconomisch oogpunt op evenwichtige wijze’ worden gewaarborgd. Hierbij moet rekening worden gehouden met:
1. de overige voorwaarden in de uitvoeringsovereenkomst;
2. de gehanteerde tarieven; en
3. de winstdelingsvorm.

Met zoveel woorden geeft de wet aan: 'De regeling kan geen uitsluiting van collectieve waardeoverdracht inhouden.' De indieners van het amendement waarmee deze regel aan de wet is toegevoegd zeggen daarmee te bedoelen dat 'elke pensioenuitvoerder moet meewerken aan collectieve waardeoverdracht aan het einde van een contract'.
Voorzover overeengekomen, dienen de volgende onderwerpen eveneens in de uitvoeringsovereenkomst te worden geregeld:
h. Een voorbehoud dat de werkgever in de pensioenovereenkomst heeft gemaakt tot het verlagen of beëindigen van de premiebetaling.
i De voorwaarden waaronder sprake is van premiekorting of terugstorting, de wijze van vaststelling van de hoogte van de premiekorting of terugstorting en de bestemming daarvan.
j. De mogelijkheid om na beëindiging van het dienstverband de pensioenregeling vrijwillig voort te zetten.
k. De rechten en verplichtingen met betrekking tot vrijwillige pensioenregelingen.
« terug

Memorie van Toelichting over:

Pensioenwet:

Zie ook: