|
|
|
Bij tussentijdse beëindiging van de deelneming behoudt de gewezen deelnemer
de tot op dat moment opgebouwde aanspraken, indien sprake is
van een uitkerings- of kapitaalovereenkomst. Deze pensioenaanspraak
moet op het moment van beëindiging volledig zijn gefinancierd. Bij een
premieovereenkomst wordt het op het moment van beëindiging opgebouwde
kapitaal belegd tot de pensioendatum, of aangewend voor aankoop
van een verzekerd kapitaal, of aangewend voor een verzekerde
levenslange uitkering vanaf de pensioendatum.
Het in de PSW gebruikte begrip ‘tijdsevenredige
aanspraak’ wordt niet meer gehanteerd. Die noodzaak is
vervallen door de introductie in de Pensioenwet van de verplichting tot
een evenredige opbouw: ‘De verwerving van pensioenaanspraken in het
kader van een uitkeringsovereenkomst of een kapitaalovereenkomst vindt
gedurende de deelneming ten minste evenredig plaats.’.
Bij premieovereenkomsten geldt dat de kosten evenredig in de tijd moeten worden doorberekend.
|
|
|
|