|
|
|
Dit artikel is nieuw en vormt een aanvulling op de regelgeving inzake het
kortetermijnherstelplan die ook is voorzien in richtlijn 2003/41/EG. Het
kortetermijnherstelplan is uitgewerkt in artikel 140. Het onderhavige
artikel vormt een uitwerking van de onderdelen 27 en 29 uit de nota
Hoofdlijnen FTK van 6 februari 2004. In onderdeel 25 van deze nota is
aangegeven dat het pensioenfonds direct een herstelplan moet indienen.
In de nota Hoofdlijnen FTK is in onderdeel 29 onder meer ingegaan op de
informatieplicht van het pensioenfonds jegens toezichthouder en deelnemers.
Naast de informatieplicht die het pensioenfonds heeft jegens de
toezichthouder en de deelnemersraad geldt tevens de plicht van een
pensioenfonds om een langetermijnherstelplan te melden in het jaarverslag
(zie artikel 96). De deelnemers, gewezen deelnemers, pensioengerechtigden
en gewezen partners hebben tevens de mogelijkheid het
langetermijnherstelplan zelf op te vragen bij het pensioenfonds (zie artikelsgewijze
toelichting bij artikel 46, eerste lid, onderdeel e).
Het pensioenfonds moet zijn administratie uiteraard zodanig georganiseerd
hebben dat het pensioenfonds steeds op de hoogte is van de
actuele situatie (zie artikel 143).
Eerste lid
Voor de formulering van dit lid is aansluiting gezocht bij de tekst van
artikel 2:78, vijfde lid, van het wetsvoorstel Wft. Het pensioenfonds moet
dus zelf signaleren dat het de verkeerde kant opgaat.
Tweede lid
Zoals is aangegeven in onderdeel 29 van de nota Hoofdlijnen FTK, kan de
toezichthouder, mocht het nodig zijn, de naleving van de maatregelen in
het herstelplan met het haar ter beschikking staande instrumentarium
afdwingen dat is opgenomen in hoofdstuk 7 van deze wet.
In het uiterste geval kan de toezichthouder het pensioenfonds dwingen tot
herverzekering of overdracht, zoals ook is aangegeven in onderdeel 6 van
de nota Hoofdlijnen FTK. Daarin is aangegeven dat er situaties denkbaar
blijven waarin herverzekering verplicht is, bijvoorbeeld wanneer de
toezichthouder het door het pensioenfonds ingediende herstelplan c.q. de
uitvoering door een pensioenfonds van een dergelijk herstelplan, onvoldoende
acht. Op grond van artikel 149 kan de toezichthouder verplichten
tot overdracht, herverzekering of onderbrenging als de actuariële en
bedrijfstechnische opzet onvoldoende is.
Indien een pensioenfonds een langetermijnherstelplan indient waarmee
de toezichthouder niet instemt, zal een nieuw langetermijnherstelplan
moeten worden ingediend.
Vierde lid
Dit lid is een uitwerking van onderdeel 29 van de nota Hoofdlijnen FTK.
Naast de in dit artikel opgenomen rapportageverplichting van het
pensioenfonds kan de toezichthouder uiteraard met een beroep op artikel
167 en 168 om informatie verzoeken. Dat betekent dat de toezichthouder
ook vaker dan één maal per jaar om de hier genoemde informatie kan
vragen.
Vijfde lid
Dit lid is gebaseerd op onderdeel 19 van de nota Uitwerking FTK. Hieruit
blijkt welke verschillende belangen in de afweging moeten worden
betrokken.
Zesde lid
Het is wenselijk dat er nadere regels gesteld kunnen worden over de
inhoud en opstelling van het langetermijnherstelplan. Zoals in onderdeel
29 van de nota Hoofdlijnen FTK is aangegeven zullen meevallers moeten
worden aangewend ten gunste van de uitvoering van het herstelplan en
zal bij tegenvallers worden bezien of die kunnen worden opgevangen
binnen de normale bedrijfsvoering van het pensioenfonds of niet.
Zoals in de nota Uitwerking FTK in onderdeel 19 is aangegeven geldt dat
indien er sprake is van de uitvoering van een herstelplan waarmee de
toezichthouder heeft ingestemd er ingeval van incidentele verstoringen
waardoor de dekkingsgraad die is ingeboekt niet geheel wordt bereikt, dit
geen gevolgen hoeft te hebben voor de premies. Een dergelijke situatie
hoeft evenmin te leiden tot een nieuw herstelplan, zolang herstel binnen
de oorspronkelijke periode in beeld blijft. De toezichthouder kan zich
hierbij baseren op artikel 141. Als omstandigheden structureel zijn gewijzigd
kan de toezichthouder echter ook een nieuw herstelplan eisen.
|
|
|