|
|
 |
|
|
Lijfrentepremies zijn aftrekbaar in het jaar dat ze zijn betaald. Wordt een lijfrente gesloten om met gebruik van de jaar- of inhaalruimte het pensioentekort aan te vullen, dan kan gebruik gemaakt worden van een zogenoemde terugwentelingstermijn: wanneer die lijfrente vóór 1 april wordt afgesloten is de betaalde premie aftrekbaar in het voorgaande belastingjaar.
De ondernemer die de oudedagsreserve of stakingswinst omzet in een lijfrente mag gebruik maken van een terugwentelingstermijn van zes maanden. Met andere woorden, de premie die vóór 1 juli van een bepaald jaar is betaald voor een dergelijke lijfrente kan als aftrek dienen in het voorgaande belastingjaar.
De staatssecretaris geeft in zijn besluit van 2008 aan, dat het niet per se noodzakelijk is dat de premie voor de genoemde data betaald zijn. De lijfrentepremie komt in het voorgaande belastingjaar ook voor aftrek in aanmerking, wanneer:
- de belastingplichtige vóór dat tijdstip een specifiek op hem betrekking hebbende offerte van een verzekeraar heeft ontvangen, d.w.z. dat sprake moet zijn van een generiek aanbod tot het sluiten van een lijfrente.
- de aanvraag voor een lijfrenteverzekering vóór de genoemde data door de verzekeringmaatschappij is ontvangen of geacht wordt te zijn ontvangen. Een aanvraag wordt in ieder geval
geacht te zijn ontvangen als de aanvraag ten minste twee werkdagen
vóór het fiscaal relevante tijdstip aan de verzekeringsmaatschappij is
verzonden.
De staatssecretaris stelt in deze twee gevallen de voorwaarde dat de betaling in overeenstemming moet zijn met de offerte of aanvraag. "De kwalificatie als
lijfrentepremie geldt uitsluitend als de lijfrenteverzekering uiteindelijk
juridisch tot stand komt in overeenstemming met de offerte/de aanvraag."
Terugwentelingstermijn vanaf 2011
Vanaf 1 januari 2011 vervalt de terugwentelingstermijn van drie maanden. Voor de berekening van de jaarruimte is het voorgaande kalenderjaar bepalend. Verzekeraars zijn gehouden om de daarvoor nodige gegevens binnen tien maanden na afloop van dat jaar te verstrekken. De regering heeft geconstateerd dat die gegevens ruim op tijd ter beschikking zijn, zodat de uitloop naar 1 april niet meer nodig is.
De zes maanden-termijn voor ondernemers om de oudedagsreserve of stakingswinst in een lijfrente om te zetten wordt wel gehandhaafd.
|
|
|
|