Oudedagslijfrente | Tijdstip aftrek

Mogelijkheid van terugstorting
Voor zover betaalde lijfrentepremies hoger zijn dan de geldende maxima voor de aftrekbaarheid, behoort de lijfrente tot de grondslag van box 3. Dit kan ertoe leiden dat een relatief klein gedeelte van een lijfrente tot de grondslag van box 3 gaat behoren terwijl het grootste gedeelte tot de grondslag van box 1 behoort. De staatssecretaris van Financiën erkent dat een dergelijke splitsing in de praktijk meestal tot uitvoeringsproblemen leidt. Daarom geeft hij een aantal mogelijkheden aan (in Besluit 3 juni 2008) om een dergelijke splitsing te voorkomen.

Terugstorting box-3-gedeelte door verzekeraar
Bij een lijfrente die gedeeltelijk tot box 1 en gedeeltelijk tot box 3 behoort is er civielrechtelijk één overeenkomst, maar fiscaalrechtelijk zijn er twee aanspraken. Fiscaal gezien is het daarom mogelijk een betaling ineens uit de lijfrente te doen (gedeeltelijke afkoop) die fiscaal volledig ten laste van het box-3-gedeelte komt. De verzekeraar kan dus ook een zodanige betaling ineens doen dat het box-3-gedeelte van de lijfrente geheel verdwijnt. Dit heeft geen consequenties voor het box 1-gedeelte.

De verzekeraar moet betalingen op lijfrenten die dienen voor de compensatie van een pensioentekort altijd aan de Belastingdienst renseigneren. Dit geldt dus ook als de betaling betrekking heeft op het box- 3-gedeelte van de lijfrente. Als de inspecteur naar aanleiding van een dergelijk renseignement vragen stelt, is het aan de belastingplichtige om aannemelijk te maken dat de afkoopsom betrekking heeft op een box-3- bezitting en dat daaraan geen gevolgen zijn verbonden voor de heffing in box 1.
De verzekeringnemer moet ook aangeven welk gedeelte hij van de in ieder jaar betaalde lijfrentepremie in zijn aangifte in aftrek heeft gebracht. Voor dat gedeelte behoort de lijfrente namelijk verplicht tot box 1; het restant behoort verplicht tot box 3 (zie ook 'Splitsing')

De waarde van de terugstorting mag niet hoger zijn dan de waarde die de niet-afgetrokken premies op het moment van terugbetaling vertegenwoordigen. Anders is sprake van een deel van de box 1-lijfrente, waarvoor de premies wel afgetrokken zijn.

« terug

Besluit 3 juni 2008: