Banksparen
Met ingang van 1 januari 2008 kunnen banken en beleggingsinstellingen ook lijfrenteproducten aanbieden. Er wordt wel gezegd dat op die datum de 'wet banksparen' in werking is getreden. Er is geen sprake van een aparte wet, maar vooral van wijzigingen in de Wet IB 2001 om bancaire en beleggingslijfrenterekeningen mogelijk te maken. Zo is de lijfrentedefinitie aangepast en een nieuw artikel is speciaal gewijd aan 'Uitgaven voor inkomensvoorzieningen via een lijfrentespaarrekening of een lijfrentebeleggingsrecht'(art. 3.126a).

Vanaf 1 januari 2008 wordt onder een lijfrente mede verstaan een aanspraak op het tegoed van een lijfrentespaarrekening of op de waarde van een lijfrentebeleggingsrecht. Het verbod van afkoop, vervreemding, prijsgeven, prijsgegeven, of de lijfrente als zekerheid in onderpand geven is ook van toepassing op lijfrentespaarrekeningen en lijfrentebeleggingsrechten. Waar mogelijk zijn de regels met betrekking tot lijfrenteverzekeringen ook van toepassing op de lijfrenteproducten van banken en beleggingsinstellingen.

Maar er zijn ook verschillen, zowel op civiel- als fiscaalrechtelijk gebied.

Bancair zijn alleen de volgende lijfrentevarianten mogelijk:
Vanaf 1 januari 2010 staat de mogelijkheid van banksparen ook open voor de ontslagvergoeding ('gouden handdruk'). Voordien kon deze alleen ondergebracht worden in een lijfrenteverzekering of een stamrecht BV.

Zie ook:

Wet IB 2001:

Trefwoorden: