Informatieregels | Relatie met aanbieder

Ongebonden bemiddelaar
De wet maakt onderscheid tussen twee soorten ongebonden bemiddelaars (en adviseurs):
Objectieve analyse
Van de bemiddelaar die adviseert op grond van een objectieve analyse, wordt verwacht dat deze een toereikend aantal op de markt verkrijgbare producten heeft geanalyseerd. Zo is hij in staat een financieel product aan te bevelen dat aan de behoeften van de consument voldoet (art. 86f Bgfo, 4e lid).

De vraag wat verstaan moet worden onder een toereikend aantal producten is niet in zijn algemeenheid te beantwoorden: in de ene branche zijn veel meer producten beschikbaar dan in een andere.
Onder het aantal vergeleken producten mogen niet de verschillende varianten van eenzelfde product gerekend worden. Denk daarbij aan bijvoorbeeld verschillende dekkingspercentages, wachttijden, arbeidsongeschiktheidscriteria, uitkeringsdrempels, et cetera.

De Commissie Transparantie en Zorgplicht Bemiddeling en Advisering van het Platform Financiële Dienstverlening formuleerde in het advies de volgende interpretatie: "De invulling van 'toereikend aantal' wordt bepaald door de professionele inschatting van de adviseur in samenspraak met de consument. Hierbij kan de wens van de consument wel tot een hoger aantal te vergelijken aanbieders leiden, maar nooit tot een lager aantal."

De AFM komt tot een andere interpretatie. In een consultatiedocument stelt de toezichthouder voor: analyse van meer dan 50% van in de markt verkrijgbare vergelijkbare producten.

De bemiddelaar zal via het klantdossier moeten aantonen dat hij op basis van een objectieve analyse en na vergelijking van een toereikend aantal producten tot een productadvies is gekomen. De reconstrueerbaarheid van een dergelijk advies kan vergemakkelijkt worden wanneer de bemiddelaar gebruik heeft gemaakt van een vergelijkingsprogramma.

Beperkte analyse
Daarnaast bestaat de ongebonden bemiddelaar die er geheel vrijwillig voor gekozen heeft om voor een min of meer beperkt aantal aanbieders te bemiddelen. Hij heeft als het ware per productgroep een voorselectie gemaakt. Voorafgaand aan het sluiten van een overeenkomst dient hij dat aan de klant te melden. Hij moet dat aangeven in het dienstverleningsdocument.
Hij kan daarbij per productgroep aangeven voor welke aanbieders hij bemiddelt, maar hij is dat niet verplicht. Wel moet hij desgevraagd de namen noemen.


Bgfo: