Toelichting Per 1 januari 2010 is de regeling van artikel 149a op zodanige wijze aangepast dat binnen het kader van de normen als opgenomen in het eerste en tweede lid uitsluitend nog zijn toegestaan provisies die ter gelegenheid van de totstandkoming van een overeenkomst zijn verschaft of ontvangen. Het derde lid van artikel 149a verwoordt dit uitgangspunt door te bepalen dat alleen afsluitprovisie en doorlopende provisie zijn toegestaan. De voorheen geldende uitzonderingen hierop voor nietgeldelijke provisies en geschenken met een geldelijke waarde tot maximaal € 100 zijn door de onderhavige aanpassing van het derde lid geschrapt. In het vierde lid, onderdeel a, is geregeld dat provisies die door de consument of cliënt worden betaald evenmin onder het toepassingsbereik van het derde lid vallen. Als provisies door de consument of cliënt worden betaald kan de provisiebetaling als zodanig geen prikkel zijn voor de adviseur of de bemiddelaar om niet in het belang van de consument of cliënt te handelen. In het vierde lid, onderdeel b, is geregeld dat het derde lid niet van toepassing is op provisie die noodzakelijk is voor het verlenen van de betreffende dienst of deze mogelijk maakt. Andere wijzigingen Het ontwerpbesluit kent nog andere wijzigingen, ook in andere aan de Wft gelieerde besluiten dan het Bgfo.
|