Art. 79 Pensioenwet
Plicht tot waardeaanwending bij keuzerecht of keuzemogelijkheid
   1.De pensioenuitvoerder is verplicht om op verzoek van de deelnemer of gewezen deelnemer de waarde van diens pensioenaanspraken aan te wenden in het kader van het keuzerecht overeenkomstig de artikelen 60 en 61 of de keuzemogelijkheden overeenkomstig artikel 62.
   2.De pensioenuitvoerder brengt in het kader van de waardeoverdracht geen kosten in rekening bij de deelnemer of gewezen deelnemer.

Memorie van Toelichting
Er bestaat er een nauwe relatie tussen artikel 60, 61, 62 en het onderhavige artikel. Artikel 60 en 61 verwoorden het keuzerecht dat een deelnemer onder bepaalde voorwaarden heeft ten aanzien van ouderdoms- en partnerpensioen wanneer de pensioenregeling voorziet in een partnerpensioen en ouderdomspensioen of alleen in een ouderdomspensioen. In artikel 79 is de daaruit voortvloeiende plicht van de pensioenuitvoerder geregeld om de in het kader van de keuzerechten en keuzemogelijkheden noodzakelijke waardeoverdracht te realiseren.

De voorwaarden inzake sekseneutraliteit en collectieve actuariële gelijkwaardigheid die naast artikel 2b en 2c van de PSW gelden bij de mogelijkheid tot «interne» waardeoverdracht bij gebruikmaking van het keuzerecht of de keuzemogelijkheid zijn nu opgenomen in artikel 32ba van de PSW en 16b van de Regelen PSW. De voorwaarde inzake de gelijke behandeling van mannen en vrouwen staat in artikel 32ba, eerste lid, onderdeel d, van de PSW en in de onderhavige wet in artikel 60, 61 en 62. De voorwaarde inzake collectieve actuariële gelijkwaardigheid staat in artikel 32ba, eerste lid, onderdeel e, van de PSW, waarbij verwezen wordt naar artikel 2b en 2c van de PSW. De eis van collectieve actuariële gelijkwaardigheid staat geformuleerd in artikel 2b, derde lid, van de PSW en in de onderhavige wet in artikel 60, 61 en 62.

De eis van instemming van de partner geldt alleen in geval van het keuzerecht op grond van artikel 60, niet bij gebruikmaking van een keuzerecht op grond van artikel 61 en soms bij de gebruikmaking van een keuzemogelijkheid op grond van artikel 62 en is daarom ook niet opgenomen in het onderhavige artikel, maar alleen in artikel 60, zesde lid, en artikel 62, tweede lid.

In dit artikel wordt gesproken over «aanwending van de waarde» in plaats van «waardeoverdracht» omdat de in artikel 62 bedoelde keuzemogelijkheden ook zien op bijvoorbeeld vervroeging of uitstel van pensioen. Bij uitstel of vervroeging wordt de waarde van een pensioenaanspraak gebruikt voor een pensioenaanspraak van dezelfde soort, maar met een andere ingangsdatum. Dan is géén sprake van waardeoverdracht in de zin van artikel 70. Artikel 70, derde lid, bepaalt dat waardeoverdracht slechts mogelijk is in de in deze wet genoemde situaties.

Kosten:
In het kader van waardeoverdracht mogen door de pensioenuitvoerders geen kosten in rekening worden gebracht bij de deelnemer of gewezen deelnemer. Wel kunnen kosten in rekening gebracht worden bij de overdragende of ontvangende pensioenuitvoerder, red.

« terug
Pensioenwet: