Art. 70 Pensioenwet
Begrip en reikwijdte waardeoverdracht
   1. Voor de toepassing van de artikelen 71 tot en met 91 wordt onder ontvangende pensioenuitvoerder mede verstaan:
      1°. een beroepspensioenfonds als bedoeld in artikel 1 van de Wet verplichte beroepspensioenregeling; en
      2°. de Stichting Notarieel pensioenfonds, bedoeld in artikel 113a, eerste lid, van de Wet op het notarisambt.
   2. Bij regeling van Onze Minister kunnen instellingen worden aangewezen jegens wie een pensioenuitvoerder een verplichting tot waardeoverdracht heeft.
   3. Waardeoverdracht is slechts mogelijk in de in de artikelen 71 tot en met 91 bedoelde situaties.
   4. Voor de toepassing van de artikelen 71 tot en met 92, wordt onder een pensioenfonds dat optreedt als ontvangende pensioenuitvoerder mede verstaan een beroepspensioenfonds als bedoeld in artikel 1 van de Wet verplichte beroepspensioenregeling of de Stichting Notarieel pensioenfonds, bedoeld in artikel 113a, eerste lid, van de Wet op het notarisambt.

Memorie van Toelichting:
Eerste lid, onderdeel a
Er is alleen sprake van waardeoverdracht indien de overdracht plaatsvindt naar een andere pensioenuitvoerder of de waarde voor andere pensioensoorten wordt aangewend bij dezelfde pensioenuitvoerder. De definitie is zo opgezet dat ook uitruil binnen een pensioenregeling en overdracht van de ene regeling naar de andere bij dezelfde pensioenuitvoerder onder het begrip waardeoverdracht valt. Indien de hoogte van een pensioen wordt gewijzigd in verband met vervroeging of een zogenaamde hoog-laag-variant wordt gekozen valt dat niet onder de definitie van waardeoverdracht (zie bijvoorbeeld artikel 79).

Evenmin onder de definitie van het begrip waardeoverdracht valt de aanwending van het kapitaal bij een kapitaal- of premieovereenkomst voor periodieke pensioenuitkeringen, omdat het dan om dezelfde pensioenaanspraken gaat bij dezelfde pensioenuitvoerder. Onder bepaalde voorwaarden kan ook waardeoverdracht plaatsvinden naar instellingen die geen pensioenuitvoerder in de zin van deze wet zijn. Op grond van deze wet is het ook mogelijk waarde over te dragen aan beroepspensioenfondsen. Daarom zijn zij in dit artikel met betrekking tot de waardeoverdrachtsartikelen ook aangemerkt als mogelijke ontvangende pensioenuitvoerder. Ten aanzien van waardeoverdracht aan pensioeninstellingen of verzekeraars uit een andere lidstaat, aan een van de Europese Gemeenschappen, door de minister aangewezen instellingen of andere, buitenlandse, instellingen zijn in artikel 83 en volgende bepalingen opgenomen. [ zie hoofdstuk 9 van de PW-Vraagbaak 'territoriale reikwijdte ]

Eerste lid, onderdeel b
Met de overdrachtswaarde wordt gedoeld op de waarde die beschikbaar moet zijn in verband met artikel 55 bij de beëindiging van de deelneming. Indien een deelnemer informatie wil over de wijze waarop de overdrachtswaarde is vastgesteld, kan hij de pensioenuitvoerder daar uiteraard om verzoeken. De deelnemer heeft dan ook de mogelijkheid om eventuele onjuiste uitgangsgegevens te laten corrigeren.

Eerste lid, onderdeel d
Bij waardeoverdracht is steeds vereist dat de waarde rechtstreeks naar de andere pensioenuitvoerder wordt overgedragen (zie artikel 32a, onderdeel b, artikel 32b, eerste lid, onderdeel b, van de PSW), dit om te voorkomen dat een deelnemer op enig moment de waarde zelf in handen zou krijgen (zie bijvoorbeeld ook artikel 71, derde lid).

Tweede lid
In de artikelen 71 tot en met 89 is geregeld in welke gevallen er een verplichting bestaat tot waardeoverdracht dan wel waardeoverdracht of de aanwending van waarde mogelijk is. Artikel 65 tot en met 69 hebben betrekking op de situatie dat er sprake is van een nieuwe werkgever of dat een werknemer beroepsgenoot wordt en onder een verplichtgestelde beroepspensioenregeling gaat vallen en de gewezen deelnemer een verzoek tot waardeoverdracht doet.

De artikelen 76 tot en met 78 hebben betrekking op een verzoek tot waardeoverdracht van een gewezen deelnemer die bij dezelfde werkgever blijft. Artikel 79 ziet op aanwending van waarde in verband met uitruil, keuzerecht en vervroeging of uitstel.

Artikel 80 voorziet in de situatie waarin een deelnemer op de pensioendatum de opgebouwde waarde kan gaan onderbrengen bij een andere pensioenuitvoerder, het zogenaamde «shoppen». Artikel 81 geeft een regeling omtrent waardeoverdracht wanneer er geen verandering in werkgever optreedt maar in de pensioenuitvoerder, in de situatie dat niet de werkgever een nieuwe pensioenuitvoerder zoekt, maar de onderneming zelf overgaat en in geval van collectieve wijziging van de pensioenovereenkomsten. Artikel 82 ziet op verplichte waardeoverdracht bij liquidatie.

Voor internationale situaties zijn dan de artikelen 83 tot en met 89 relevant.

Derde lid
Evenals op grond van artikel 32b, eerste lid, onderdeel c, van de PSW is het mogelijk om bij ministeriele regeling bepaalde instellingen aan te wijzen waarvoor geldt dat een pensioenuitvoerder gehouden is daaraan waarde over te dragen wanneer daartoe een verzoek wordt gedaan door een deelnemer (zie ook artikel 86).

« terug