Paragraaf 7.6.4.1 Memorie van Toelichting
Voorlichting op het moment dat een deelnemer gewezen deelnemer wordt
Als de opbouw van pensioen van een deelnemer bij een bepaalde pensioenuitvoerder ophoudt, waardoor hij gewezen deelnemer wordt, moet de gewezen deelnemer over een aantal onderwerpen worden voorgelicht. De hoogte van de behouden aanspraken van de deelnemer Deze reeds in de PSW bestaande verplichting wordt in een algemene maatregel van bestuur nader uitgewerkt aan de hand van de drie soorten pensioenovereenkomst. Daarin wordt onder andere bepaald dat de pensioenuitvoerder bij uitkeringsovereenkomsten meldt wat het niveau is van de aanspraak op periodieke uitkering. Bij kapitaalovereenkomsten gaat het over het informeren van de deelnemer over de hoogte van het uit te keren kapitaal bij pensionering. Bij premieovereenkomsten zullen drie mogelijkheden worden gecreëerd.
1.Als de premie onmiddellijk wordt omgezet in een aanspraak op een periodieke uitkering, wordt gemeld wat de hoogte van de uitkering op pensioendatum is.
2.Als de premies onmiddellijk wordt omgezet in een aanspraak op kapitaal op pensioendatum, wordt gemeld hoe hoog de aanspraak op kapitaal is.
3.Als de premies belegd blijven tot aan pensioendatum maakt de pensioenuitvoerder een schatting van de aangroei tot aan de pensioendatum van het op het moment van beëindiging aanwezige kapitaal. Ook hierbij moet, evenals bij het informeren over de reeds opgebouwde aanspraken, gewerkt worden met eveneens in een algemene maatregel van bestuur beschreven te hanteren veronderstellingen die zijn gebaseerd op de rendementsscenario’s die ook gebruikt worden bij de financiële bijsluiter. Voorgeschreven zal worden dat deze informatie, vanwege het belang ervan, kosteloos en schriftelijk toegezonden moet worden.


Toeslagverlening
Informatie over het toeslagenbeleid is onder andere relevant voor de afweging of waardeoverdracht voor een deelnemer wenselijk is. Dit voorschrift is nieuw ten opzichte van de PSW en wordt in een algemene maatregel van bestuur nader uitgewerkt. Daarin gaat het om twee aspecten, te weten de eerste twee punten die genoemd worden bij toeslagverlening in paragraaf 7.6.3.

Overige nader bij lagere regelgeving te bepalen voorlichtingsvoorschriften ten behoeve van de gewezen deelnemers bij beëindiging van de deelname
Naast deze basisinformatie zal in een algemene maatregel van bestuur nader worden bepaald welke specifieke informatie gewezen deelnemers bij beëindiging dienen te krijgen. Zo zal worden bepaald dat gewezen deelnemers geattendeerd worden op het mogelijk van belang zijnde (eenzijdige) recht van de pensioenuitvoerder de aanspraak na een periode van 2 jaar af te kopen (zie paragraaf 7.3).

Voorts zal in een algemene maatregel van bestuur bepaald worden dat de gewezen deelnemer wordt gewezen op de mogelijkheid, zo die aanwezig is, van voortzetting van de pensioenopbouw bij arbeidsongeschiktheid: de Ombudsman Pensioenen heeft erop gewezen dat het nogal eens voorkomt dat arbeidsongeschikten niet bekend zijn met een dergelijke regeling.

Ook zal in een algemene maatregel van bestuur geregeld worden dat de pensioenuitvoerder de deelnemer wijst op het recht de waarde over te dragen naar de pensioenuitvoerder van een eventuele nieuwe werkgever. Over de wijze waarop dit gedaan zou moeten worden heeft de Stichting van de Arbeid in het rapport Evaluatie Waardeoverdracht Pensioenen uit 2003 (Pens./1649A, WEW/52a) aanbevelingen gedaan. De regering onderschrijft deze aanbevelingen. Deze houden onder andere in dat pensioenuitvoerders kort uitleggen wat waardeoverdracht inhoudt, hoe het werkt, welke termijnen gelden, en dat het de gewezen deelnemer zelf is die het verzoek tot waardeoverdracht moet doen. Ook onderschrijft de regering de wenselijkheid van nadere voorlichting over de vraag of waardeoverdracht zinvol is in de gegeven situatie zoals die door sociale partners wordt ontwikkeld. Overigens dient naast de overdragende pensioenuitvoerder ook de nieuwe werkgever de werknemer bij indiensttreding op het recht op waardeoverdracht te wijzen (zie hoofdstuk 3).

Een deelnemer die gewezen deelnemer wordt krijgt op grond van een algemene maatregel van bestuur het recht informatie op te vragen over de consequenties van uitruilkeuzemogelijkheden in de pensioenregeling. Tot slot wordt in een algemene maatregel van bestuur geregeld dat pensioenfondsen deelnemers die gewezen deelnemers worden dienen te informeren over het van kracht zijn van en de uitvoering van een kortetermijnherstelplan. Tevens moet worden gemeld of een bewindvoerder is aangesteld door de toezichthouder. Voor degenen die gewezen deelnemer worden is dit van belang voor de afweging om al dan niet een verzoek tot waardeoverdracht te gaan doen.

« terug
Memorie van Toelichting: