|
|
|
Sociale partners zijn verantwoordelijk voor de inhoud van de pensioenovereenkomst.
Ook nadat de uitvoering van de pensioenovereenkomst is
ondergebracht bij de pensioenuitvoerder blijven de sociale partners
verantwoordelijk voor de inhoud van de pensioenovereenkomst.
Pensioenuitvoerders zijn verantwoordelijk voor de uitvoering van hetgeen
werkgever en werknemer in de pensioenovereenkomst zijn overeengekomen,
rekening houdend met de afspraken die hierover in de uitvoeringsovereenkomst
gemaakt zijn. Teneinde die verantwoordelijkheid waar
te kunnen maken zijn pensioenuitvoerders verplicht een pensioenreglement
op te stellen. Het pensioenreglement heeft betrekking op de relatie
tussen de pensioenuitvoerder en de deelnemer en is een «vertaling» van
de pensioenovereenkomst in de vorm van rechten en verplichtingen voor
de deelnemers en de pensioenuitvoerder. Het pensioenreglement moet
dus naadloos aansluiten op de pensioenovereenkomst en de uitvoeringsovereenkomst.
De uitgangspositie van verzekeraars en pensioenfondsen is bij de uitvoering
van pensioenovereenkomsten hetzelfde: sociale partners zijn verantwoordelijk
voor de inhoud van de pensioenovereenkomst en pensioenuitvoerders
voor een juiste en verantwoorde uitvoering daarvan. Wel is er
een verschil als het gaat om de verantwoordelijkheid van sociale partners
bij de uitvoering van de pensioenovereenkomst (zie ook paragraaf 5.2.1):
- In geval van uitvoering van de pensioenovereenkomst door pensioenfondsen
zijn werkgevers en werknemers door hun vertegenwoordiging
in het bestuur van het pensioenfonds betrokken bij de uitvoering van
de pensioenregeling.
- In geval van uitvoering van de pensioenovereenkomst door verzekeraars
zijn werkgevers en werknemers niet verantwoordelijk voor de
uitvoering van de pensioenovereenkomst, maar wordt de uitvoering
volledig overgedragen aan de verzekeraar.
Een pensioenuitvoerder dient de pensioenovereenkomst uit te voeren in
overeenstemming met de afspraken die hierover in de uitvoeringovereenkomst
zijn gemaakt en dient zich daarbij te houden aan nationale en
internationale regelgeving. Dat betreft zowel regelgeving die betrekking
heeft op de inhoud van pensioenovereenkomsten als regelgeving die
betrekking heeft op de uitvoering van pensioenovereenkomsten. Het feit
dat pensioenuitvoerders niet verantwoordelijk zijn voor de inhoud van de
pensioenovereenkomst, betekent niet dat zij pensioenovereenkomsten
zouden mogen uitvoeren die in strijd zijn met regelgeving. De regering is
van mening dat de verantwoordelijkheid van een pensioenuitvoerder
verder gaat dan alleen het uitvoeren van de pensioenovereenkomst die
werkgever en werknemer zijn overeengekomen. Indien die pensioenovereenkomst
in strijd is met regelgeving, mag de pensioenuitvoerder die
regeling niet uitvoeren. De partijen betrokken bij de totstandkoming van
de pensioenregeling moeten de pensioenregeling dan eerst in overeenstemming
met de betreffende regelgeving brengen. Dat geldt voor zowel
pensioenfondsen als verzekeraars.
De regering weet zich gesteund in haar opvatting over de eigen verantwoordelijkheid
van pensioenuitvoerders ten aanzien van nationale en
internationale regelgeving door het arrest Menauer van het Europese Hof
van Justitie van 9 oktober 2001 (zaak C-379/99). In dit arrest stond de
vraag centraal of een pensioenuitvoerder aansprakelijk is voor de
gevolgen van een pensioenregeling die in strijd is met de gelijkebehandelingsvoorschriften
van artikel 141 van het EG-verdrag. In dit arrest heeft
het Europese Hof van Justitie bepaald dat pensioenuitvoerders er alles
aan moeten doen om het beginsel van gelijke behandeling te eerbiedigen,
ongeacht hun juridische zelfstandigheid of hun hoedanigheid van
verzekeringsorgaan. Het Hof heeft in dit arrest verder geoordeeld dat de
verplichte naleving van die gelijkebehandelingsvoorschriften van artikel
141 van het EG-verdrag door pensioenuitvoerders ook geldt als werknemers
zich daarnaast tot de werkgever wenden. Volgens het Hof zou het
nuttige effect van de gelijkebehandelingsvoorschriften ernstig worden
geschaad als een werknemer of zijn rechtverkrijgenden deze bepaling
uitsluitend tegenover de werkgever zou kunnen inroepen en niet tegenover
degenen die uitdrukkelijk zijn belast met de uitvoering van de
verplichtingen van de werkgever.
|
|
|