Par. 5.1 Memorie van Toelichting Invoeringswet
Afschaffen C-polis
Op grond van de Pensioenwet is onderbrenging van een pensioenovereenkomst niet meer mogelijk door middel van een polis waarbij de werknemer zelf verzekeringnemer is (artikel 2, vierde lid, onderdeel c, PSW). Het vervallen van deze mogelijkheid om zogeheten «c-polissen» af te sluiten gaat zal voor nieuwe gevallen onmiddellijk, op het moment van inwerkingtreding van de Pensioenwet derhalve, gelden. Indien een werkgever na inwerkingtreding van de Pensioenwet met een (nieuwe) werknemer een pensioenovereenkomst sluit die hij onderbrengt bij een verzekeraar, zal hij derhalve zelf de verzekeringnemer moeten zijn.

Voor bestaande c-polissen, c-polissen derhalve die uiterlijk op de peildatum zijn overeengekomen, is in deze wet bepaald dat deze polissen kunnen blijven bestaan. Daarmee wordt voorkomen, dat alle lopende c-polissen als gevolg van de Pensioenwet moeten worden omgezet in polissen waarbij de werkgever verzekeringnemer is. Dit zou een te zware belasting betekenen voor de uitvoeringspraktijk.

C-polissen zijn gebaseerd op pensioentoezeggingen die in het kader van de Pensioenwet als pensioenovereenkomsten worden aangemerkt. Op deze polissen zijn derhalve de bepalingen van de Pensioenwet van toepassing. Dat betekent dat deze polissen, net als pensioenovereenkomsten die bij een pensioenfonds zijn ondergebracht, na het verstrijken van de overgangsperiode moeten voldoen aan de ten opzichte van de PSW nieuwe eisen, zoals die zijn neergelegd in de Pensioenwet, alsmede aan het vereiste dat het pensioen een geldelijke vastgestelde uitkering is, en derhalve geen uitkering in de vorm van beleggingsunits (zie paragraaf 3.2.1), en de informatiebepalingen.

Concreet zijn op deze bestaande c-polissen alleen de artikelen 25 tot en met 30 van de Pensioenwet [De bepalingen m.b.t. de inhoud uitvoeringsovereenkomst] niet van toepassing.

« terug
Invoeringswet: