Art. 110 Pensioenwet
Instelling deelnemersraad bij ondernemingspensioenfonds
   1.Het bestuur van een ondernemingspensioenfonds gaat over tot het instellen van een deelnemersraad:
      a. op eigen initiatief van het ondernemingspensioenfonds;
      b. indien dit wordt verzocht door ten minste 5% van de deelnemers, gewezen deelnemers en pensioengerechtigden; of
      c. indien de pensioengerechtigden in de raadpleging, bedoeld in artikel 100, zich overeenkomstig artikel 100, tweede en derde lid, hebben uitgesproken voor instelling van een deelnemersraad.

   2.In de deelnemersraad zijn de deelnemers en de pensioengerechtigden evenredig op basis van onderlinge getalsverhoudingen vertegenwoordigd.

   3.Op grond van door het bestuur van het pensioenfonds vast te stellen criteria kunnen naast de in het tweede lid bedoelde vertegenwoordigers ook één of meer vertegenwoordigers van gewezen deelnemers in de deelnemersraad zitting hebben.

   4.In geval van verkiezing van de leden van de deelnemersraad door deelnemers, gewezen deelnemers en pensioengerechtigden kunnen kandidaten worden voorgedragen door verenigingen en door individuele deelnemers, gewezen deelnemers en pensioengerechtigden.

   5.Voor zover geen verkiezing door de deelnemers, gewezen deelnemers en pensioengerechtigden plaatsvindt, maar de leden worden benoemd door verenigingen, zijn deze verenigingen evenredig aan hun ledenaantallen binnen hun geleding binnen het ondernemingspensioenfonds vertegenwoordigd in de deelnemersraad.

   6.Een vereniging als bedoeld in het vierde en vijfde lid bezit volledige rechtsbevoegdheid; haar statutair doel omvat mede het behartigen van de belangen van haar leden als belanghebbenden bij een ondernemingspensioenfonds.

Memorie van Toelichting
De tekst van dit artikel is gebaseerd op artikel 6a, tweede lid, en vierde lid, van de PSW. Ten aanzien van de in artikel 6a, derde lid, van de PSW genoemde mogelijkheid dat een deelnemersraad door het pensioenfonds wordt ingesteld, zonder dat daartoe een verzoek wordt ingediend door een representatieve vereniging, wordt nu bepaald dat daarvoor voor het overige dezelfde eisen gelden.

Eerste lid
De formulering is enigszins aangepast omdat de begrippen deelnemers, gewezen deelnemer en pensioengerechtigden nu apart gedefinieerd zijn.
Inhoudelijk wordt met de voorgestelde tekst echter hetzelfde beoogd als met artikel 6a, tweede lid, van de PSW. Een verzoek tot het instellen van een deelnemersraad kan worden gedaan door een vereniging die 5% van de som van de deelnemers, gewezen deelnemers en pensioengerechtigden als lid heeft of door een of meer natuurlijke personen daartoe gemachtigd door ten minste 5% van de deelnemers, gewezen deelnemers en pensioengerechtigden. Daarvoor is dus niet vereist dat voornoemde vereniging leden heeft onder alle geledingen.

Tweede lid
Dit lid is gebaseerd op artikel 6a, tweede lid, tweede volzin, van de PSW. Uiteraard kunnen de getalsverhoudingen tussen deelnemers en pensioengerechtigden wisselen hetgeen zijn weerslag zal hebben op de samenstelling van de deelnemersraad. Naast de algemene demografische ontwikkelingen zoals vergrijzing zullen ook de ontwikkelingen bij de betreffende onderneming hierop van invloed zijn, zoals het feit dat er sprake is van een groeiend of van een inkrimpend personeelsbestand.

Werknemersorganisaties dienen er zelf voor te zorgen dat de verschillende groepen deelnemers voldoende vertegenwoordigd zullen zijn.

Vierde lid
Deze tekst is gebaseerd op artikel 6a, tweede lid, vierde volzin, van de PSW. De tekst is aangepast omdat het begrip belanghebbenden nu in de wettekst is ingevuld. Ten aanzien van de hier genoemde verenigingen geldt geen eis met betrekking tot het aantal leden, immers ook individuele deelnemers, gewezen deelnemers en pensioengerechtigden kunnen kandidaten voordragen. Verkiezing door gewezen deelnemers vindt uitsluitend plaats wanneer er in de deelnemersraad overeenkomstig het derde lid ook vertegenwoordigers van gewezen deelnemers zijn opgenomen.

Vijfde lid
Deze tekst is gebaseerd op artikel 6a, tweede lid, vierde volzin, van de PSW. Het gaat hier om de zetelverdeling binnen een geleding. Voor de zetelverdeling tussen de geledingen is het bepaalde in het tweede lid van belang.

« terug
Pensioenwet: