Art. 43 Pensioenwet
Verstrekken informatie aan pensioengerechtigden bij pensioeningang
   1.De pensioenuitvoerder verstrekt degene die pensioengerechtigde wordt:
      a. een opgave van zijn pensioenrecht;
      b. een opgave van de opgebouwde aanspraken op nabestaandenpensioen wanneer de pensioenregeling daarin voorziet; en
      c. informatie over toeslagverlening.

   2.Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld met betrekking tot de in het eerste lid bedoelde opgaven en informatie en de wijze waarop deze worden verstrekt.

Memorie van Toelichting
Dit artikel ziet niet alleen op degenen die een ouderdomspensioen gaan ontvangen, maar ook op degenen die een arbeidsongeschiktheids-, of een nabestaandenpensioen gaan ontvangen. De strekking van het eerste lid van dit artikel, onderdeel a, komt overeen met artikel 17b, tweede lid, zoals geformuleerd in het wetsvoorstel ter implementatie van richtlijn 2003/41/EG (Kamerstukken II 2004/05, 30 104).

Een deelnemer die met pensioen gaat zal mogelijk ook nog ten behoeve van zijn partner een aanspraak op partnerpensioen hebben of ten behoeve van zijn kinderen een aanspraak op wezenpensioen. Op grond van het eerste lid, onderdeel b, moet ook daarvan opgave worden gedaan.

Op grond van het eerste lid, onderdeel c, moet informatie worden verstrekt over de toeslagverlening. In een algemene maatregel van bestuur zal bepaald worden dat over dezelfde twee aspecten wordt geïnformeerd als de informatie die gegeven moet worden aan diegenen die gewezen deelnemers worden (zie artikel 40). Onderdeel d komt overeen met artikel 38, eerste lid, onderdeel e. Vervolgens wordt deze informatie elk jaar verstrekt (zie artikel 44).

Dit artikel is verder toegelicht in paragraaf 7.6.5 van het algemeen deel van deze memorie van toelichting.

« terug
Meer informatie:

Pensioenwet: