Art. 25 Pensioenwet
Eisen inzake inhoud uitvoeringsovereenkomst
   1.In de uitvoeringsovereenkomst wordt in ieder geval een regeling opgenomen met betrekking tot de volgende onderwerpen:
      a. de wijze waarop de verschuldigde premie wordt vastgesteld;
      b. de wijze waarop en termijnen waarin de verschuldigde premie moet worden voldaan met inachtneming van artikel 26;
      c. de informatie welke door de werkgever aan de pensioenuitvoerder wordt verstrekt;
      d. de procedures welke gelden bij het niet nakomen van premiebetalingsverplichtingen door de werkgever;
      e. de procedures welke gelden bij het opstellen en wijzigen van het pensioenreglement in verband met het sluiten en wijzigen van een pensioenovereenkomst;
      f. de voorwaarden waaronder toeslagverlening plaatsvindt;
      g. de uitgangspunten en procedures welke gelden ten aanzien van de besluitvorming over vermogenstekorten en vermogensoverschotten dan wel winstdeling;
      h. de voorwaarden die gelden bij beëindiging van een met een verzekeraar of premiepensioeninstelling gesloten uitvoeringsovereenkomst. In deze regeling worden de belangen van zowel de verzekeraar of de premiepensioeninstelling als de werkgever vanuit actuarieel en bedrijfseconomisch oogpunt op evenwichtige wijze gewaarborgd door rekening te houden met::
         1°. de overige voorwaarden in de uitvoeringsovereenkomst;
         2°. de gehanteerde tarieven; en
         3°. de winstdelingsvorm.
De regeling kan geen uitsluiting van collectieve waardeoverdracht inhouden; en
      i. de criteria die de premiepensioeninstelling hanteert bij de keuze voor een verzekeraar voor de inkoop van een pensioenuitkering.
   2.In de uitvoeringsovereenkomst wordt, voor zover overeengekomen, een regeling opgenomen met betrekking tot de volgende onderwerpen:
      a. een voorbehoud van de werkgever als bedoeld in artikel 12;
      b. in geval van premiekorting of terugstorting: de voorwaarden waaronder sprake is van premiekorting of terugstorting, de wijze van vaststelling van de hoogte van de premiekorting of terugstorting en de bestemming ervan;
      c. ingeval van een bijstortingsverplichting van de werkgever: onder welke voorwaarden sprake is van een bijstortingsverplichting en hoe de hoogte ervan wordt bepaald;
      d. de mogelijkheid tot vrijwillige voortzetting van de pensioenregeling na beëindiging van het dienstverband;
      e. de aansluitingscriteria op grond waarvan de vrijwillige aansluiting bij een bedrijfstakpensioenfonds heeft plaatsgevonden; of
      f. de rechten en verplichtingen met betrekking tot vrijwillige pensioenregelingen.

« terug
Meer informatie:

Pensioenwet: