Relatie met deelnemers

Verjaring
Een rechtsvordering tegen een pensioenuitvoerder met betrekking tot een uitkering kan niet bij leven van de pensioengerechtigde verjaren.
De oorspronkelijke tekst van de wet voorzag in een verjaringstermijn ten gunste van de pensioenuitvoerder van tien jaar. Dat is de dubbele termijn van de verjaring die voor verzekeraars in het Burgerlijk Wetboek is opgenomen.

Die verjaringstermijn is bij amendering geschrapt.

De pensioengerechtigde heeft jarenlang premie betaald voor het pensioen, zo luidt de toelichting. 'Het daarvoor verworven pensioen komt aan hem toe. Daarom gaat het niet aan, hem na een bepaalde tijd deze rechten te ontzeggen, wanneer op het recht nog geen aanspraak is gedaan. Door deze wettekst is de pensioengerechtigde ervan verzekerd dat gedurende zijn leven deze rechten niet zullen vervallen.'
« terug

Pensioenwet: