|
|
|
De Pensioenwet maakt onderscheoid tussen afkoop
en waardeoverdracht. De wet definieert afkoop als ‘iedere handeling
waardoor pensioenaanspraken of pensioenrechten hun pensioenbestemming
verliezen’. Waardeoverdracht valt niet onder deze definitie, waardoor die niet (zoals in de tijd van de PSW) gezien hoeft te worden als een bijzondere vorm
van afkoop, die de wet toeliet.
In beginsel is afkoop verboden. De wet maakt voor kleine pensioenaanspraken
en fiscaal bovenmatig pensioen een uitzondering op deze regel.
Kort gezegd is afkoop alleen mogelijk:
- van klein ouderdomspensioen bij beëindiging deelneming
- van klein partnerpensioen bij ingang
- van klein bijzonder partnerpensioen bij scheiding
- van fiscaal bovenmatig pensioen
- ingeval een pensioenfonds een korting op het pensioen en de pensioenaanspraken toepast
- ingeval voor een verzekeraar een noodregeling van toepassing is.
|
|
|
|