In beginsel verzorgt de bemiddelaar de incasso van de premies (art. 4:104 Wft). Dat is alleen anders als partijen een afwijkende regeling zijn overeengekomen.
De verzekeraar kan het recht op premie-incasso van de bemiddelaar ontnemen, indien:
- de bemiddelaar niet meer is ingeschreven in het AFM-register;
- de bemiddelaar de premie-incasso in ernstige mate verwaarloost;
- de bemiddelaar in gebreke blijft om de geïnde premies tijdig af te dragen, of
- de bemiddelaar zich schuldig heeft gemaakt aan handelingen, die de vrees rechtvaardigen dat hij niet aan zijn uit de premie-incasso voortvloeiende verplichtingen zal voldoen.
In deze gevallen wordt de premie-incasso door de aanbieder overgenomen.
Kwijting consument
De wet beschermt de consument in het geval dat de bemiddelaar de geïncasseerde premie door financieel onvermogen niet kan afdragen aan de aanbieder. De verzekeringnemer heeft bevrijdend betaald zodra hij de premie en eventuele kosten aan de bemiddelaar heeft voldaan.
Zo is de consument ook beschermd in het geval dat een verzekeraar bijvoorbeeld een schadebedrag uitkeert via een bemiddelaar, die niet in staat is het bedrag aan de consument te overhandigen.
Deze bescherming is niet terug te vinden in de Wft, maar is geregeld in het verzekeringsrecht in titel 7:17 van het Burgerlijk Wetboek. Daarin staat dat
"indien een bemiddelaar zich bij de verzekeringsovereenkomst tegenover de verzekeraar tot betaling van premie en kosten als eigen schuld heeft verbonden, de verzekeringnemer jegens de verzekeraar is gekweten voor zover de premie en kosten voor rekening van de bemiddelaar zijn gekomen of aan deze zijn voldaan."
|