Paragraaf 7.6.5.1 Memorie van Toelichting
Informatieverstrekking bij pensionering
De regering vindt het wenselijk dat de pensioenuitvoerder de pensioengerechtigde (met een recht op ouderdoms-, nabestaanden- of arbeidsongeschiktheidspensioen), op het moment dat deze met pensioen gaat, informeert over de hoogte van het pensioenrecht. Daarbij dient de pensioengerechtigde met een ouderdomspensioen tevens te worden geïnformeerd over het eventueel partnerpensioen. Een plicht om te informeren op pensioendatum bestaat voor verzekeraars al op grond van de Regelen verzekeringsovereenkomsten PSW, maar geldt op grond van dit wetsvoorstel voor alle pensioenuitvoerders. Als de pensioenuitvoerder voornemens is het recht op pensioendatum af te kopen, meldt deze dit aan de pensioengerechtigde (zie ook paragraaf 7.3).

Toeslagen vormen in de ogen van de regering een wezenlijk onderdeel van de pensioenovereenkomst. Informatieverstrekking over het beleid ten aanzien van toeslagverlening wanneer een pensioengerechtigde met pensioen gaat, is daarom noodzakelijk. In een algemene maatregel van bestuur zal nader bepaald worden welke elementen daarbij aan de orde komen. Daarbij zal in ieder geval moeten worden aangeven welke voorwaardelijkheid er geldt. Zie verder de eerste twee punten die genoemd worden bij toeslagverlening in paragraaf 7.6.

Of toeslagverlening kan plaatsvinden zal bij de meeste pensioenfondsen afhangen van de financiële positie van het fonds. Mede in dat kader zal door pensioenfondsen aan de pensioengerechtigden gemeld moeten worden of een kortetermijnherstelplan van kracht is en hoe de uitvoering daarvan loopt. Gezien het belang van deze informatie zal in een algemene maatregel van bestuur ter uitwerking van dit voorschrift, bepaald worden dat deze schriftelijk moeten worden toegezonden.

« terug
Memorie van Toelichting: