Kwaliteit advies en transparantie bij hypotheken
In november 2007 publiceerde de AFM een rapport over de kwaliteit van het hypotheekadvies. Hoewel de toonzetting van het rapport bepaald niet negatief was, grepen sommige dagbladen het aan als wapen voor een negatieve campagne tegen hypotheekadviseurs.
Het rapport had en heeft nog grote waarde, omdat de AFM daarin tal van voorbeelden geeft van niet en wel toereikende adviezen, waardoor het dienst kan doen als handig naslagwerk.
Meer informatie
In het rapport wordt een viertal gebieden genoemd waar verbeteringen met
name gewenst zijn:
1. | Bij ruim éénderde van de oversluitadviezen wordt geen kwantitatieve vergelijking
gemaakt tussen de oude en de nieuwe hypotheek. Zonder die vergelijking is het
onmogelijk om vast te stellen of oversluiten in het voordeel van de consument is. Dit
kan met name dan schadelijk zijn als ook een bijbehorende polis overgesloten wordt.
Gezien de kosten die daarmee in veel gevallen gemoeid zijn, valt zonder kwantitatieve
vergelijking nog maar te bezien of het oversluiten van de polis zowel financieel als
wat de overige doelstellingen van de consument betreft een passend advies oplevert.
| 2. | Verder blijkt bij het adviseren over de aflossing (vermogensopbouw), dat in bijna de
helft van de gevallen het advies niet passend is, waardoor de consument bijvoorbeeld
meer risico neemt dan bij hem of haar past. In ruim driekwart van de gevallen wordt
bij deze adviezen de juiste en relevante informatie verstrekt. Dit betreft voor een groot
deel adviezen, waarbij de financiële dienstverlener de opbouw van het vermogen
waarmee afgelost zal worden, plaats laat vinden door te beleggen.
| 3. | Bij de adviezen waar de dekking van het overlijdensrisico is geadviseerd in
combinatie met het opbouwen van doelvermogen in de vorm van een gemengde
verzekering wordt in ruim de helft van de beoordeelde adviezen de financiële positie
niet in kaart gebracht in het geval van overlijden van één van de aanvragers. De
financiële dienstverlener heeft daardoor niet kunnen berekenen in hoeverre de
financiële positie van de consument na overlijden van één van de aanvragers
toereikend is.
| 4. | Ten aanzien van de juiste behandeling van fiscaliteit zijn verbeteringen vooral
mogelijk wat betreft de juiste verwerking van de maximale fiscale aftrek van 30 jaar
(vanaf 2001), de bijleenregeling en het niet aftrekbaar zijn van het consumptief te
besteden deel van het hypothecair krediet.
|
|