Leerzaam jaarverslag Kifid
Het jaarverslag 2009 van Kifid, met beschouwingen van Ombudsman Wabeke en de Geschillencommissie is, zoals altijd, verplichte kost voor alle branchepartijen. Niet omdat elke pagina aanleiding zal zijn voor een goed gevoel, maar omdat lering getrokken kan worden uit de veelheid van casussen die in het jaarverslag op een goed leesbare manier worden beschreven.
Het aantal klachten is toegenomen. Dat blijkt voornamelijk het geval zijn met betrekking tot bancaire producten:
Ontvangen zaken Kifid
|
| 2009 | 2008
| Bankzaken | 1662 | 1217
| Effecten | 1027 | 602
| Hypothecaire financieringen | 1151 | 770
| Levensverzekeringen | 2175 | 2295
| Schadeverzekeringen | 1803 | 1527
| Eindtotaal | 7818 | 6411
|
Er is ook een toename te zien in schadeverzekeringen, maar daarbij moet aangetekend worden dat 48% van deze klachten ongegrond zijn verklaard. Dat percentage lag bij levensverzekeringen op 25% en bij hypotheken op 35%.
Lees verder
Pleidooi voor accepteren bindend oordeel
Over het intermediair schrijft Jan Wolter Wabeke in zijn laatste jaarverslag:
"Helaas moet ik constateren
dat veel tussenpersonen, de goeden niet te na gesproken, voor wat betreft de
opvolging van onze adviezen achterop zijn geraakt. Grote intermediairbedrijven,
met veel aantoonbare deskundigheid in huis, opereren al duidelijk in lijn met
andere grote financiële instellingen en hetzelfde kan worden gezegd van een
aantal kleinere kantoren met hooggespecialiseerde medewerkers. Er is echter
ook nog veel kaf onder het koren en het is niet eenvoudig om de consumenten
duidelijk te maken waarop zij kunnen vertrouwen en waarop niet. Consumenten
kunnen in ieder geval wel informatie ontlenen aan het feit of een financiële
dienstverlener zich bij Kifid heeft aangesloten en of deze instemt met een
uiteindelijk bindend oordeel. Consumenten zouden financiële dienstverleners die
weigeren zich daarvoor in te schrijven, met de nodige argwaan moeten bekijken.
Het is immers mogelijk dat een consument in alle fasen van geschilbeslechting
binnen Kifid, dus door de Ombudsman, de Geschillencommissie en de Commissie
van Beroep, in het gelijk wordt gesteld, maar dat de financiële dienstverlener in
kwestie zich daar niets van hoeft aan te trekken, omdat hij niet voor een bindend
oordeel is ingeschreven. Waarom zou die dienstverlener dat niet willen, terwijl de
meeste goedwillende bedrijven dat wel willen?"
|