Artikel 41 Vrijstellingsregeling Wft
1. Financiëledienstverleners zijn vrijgesteld van artikel 4:9, tweede lid, van de wet voorzover zij financiële diensten verlenen met betrekking tot:
   a. betaalrekeningen en de daaraan verbonden betaalfaciliteiten;
   b. spaarrekeningen en de daaraan verbonden spaarfaciliteiten, tenzij het spaarrekeningen betreft waarvan de rentevergoeding is gekoppeld aan de koersontwikkeling van tot de handel op een markt in financiële instrumenten toegelaten financiële instrumenten.

2. Financiëledienstverleners zijn vrijgesteld van artikel 4:23, eerste en tweede lid, van de wet voorzover zij financiële diensten verlenen met betrekking tot financiële producten, met uitzondering van:
   a. complexe producten als bedoeld in artikel 1, onderdeel d, van het besluit;
   b. spaarrekeningen en de daaraan verbonden spaarfaciliteiten, waarvan de rentevergoeding is gekoppeld aan de koersontwikkeling van tot de handel op een markt in financiële instrumenten toegelaten financiële instrumenten;
   c. financiële instrumenten;
   d. krediet waarvan de kredietsom meer dan € 1.000 bedraagt;
   e. hypothecair krediet;
   f. verzekeringen in verband met het geheel of gedeeltelijk wegvallen van het inkomen van een cliënt;
   g. combinaties van twee of meer van de financiële producten, bedoeld in de onderdelen a tot en met h van de definitie van financieel product in artikel 1:1 van de wet.

« terug
Zie ook:

Wft: