Artikel 150 Bgfo
1. Een aanbieder betaalt geen afsluitprovisie die meer bedraagt dan de helft van de som van die afsluitprovisie en de totale doorlopende provisie terzake van de desbetreffende overeenkomst.

2. Een aanbieder betaalt de doorlopende provisie evenredig uit gedurende ten minste tien jaar na totstandkoming van de desbetreffende overeenkomst. Indien de looptijd van de overeenkomst korter is dan tien jaar, betaalt de aanbieder de doorlopende provisie evenredig uit gedurende die looptijd.

3. Het eerste en tweede lid zijn niet van toepassing op overeenkomsten inzake complexe producten voor zover tussen de desbetreffende aanbieder en de consument door tussenkomst van dezelfde bemiddelaar ten minste drie maanden voorafgaand aan het sluiten daarvan een overeenkomst is gesloten inzake een financieel product dat onderdeel is van het desbetreffende complexe product.

Nota van Toelichting
Voornamelijk bij complexe financiële producten vindt een grote hoeveelheid van de inspanningen van de bemiddelaar plaats voor en bij het sluiten van de overeenkomst. Daarom is het redelijk om maximaal vijftig procent van de som van afsluit en totale doorlopende provisie uit afsluitprovisie te laten bestaan. Dit is in het eerste lid geregeld. Zoals in het algemeen deel van de toelichting, onder 6.1, al is aangegeven, zal de verhouding tussen afsluitprovisie en doorlopende provisie stapsgewijs moeten worden veranderd. Deze geleidelijke overgang volgt uit artikel 174, tweede en derde lid. Voor overeenkomsten die tussen 1 januari 2007 en 31 december 2007 zijn aangegaan, geldt een verhouding van 80 procent afsluitprovisie en 20 procent doorlopende provisie. Voor overeenkomsten die vanaf 1 januari 2008 tot 1 januari 2009 zijn aangegaan geldt een verhouding van 70/30 en voor overeenkomsten die vanaf 1 januari 2009 tot 31 december 2009 zijn aangegaan bedraagt de verhouding 60/40. Vanaf 31 december 2009 geldt daarom de in het eerste lid neergelegde verhouding van maximaal vijftig procent afsluitprovisie en vijftig procent doorlopende provisie.

Opgemerkt wordt dat verhogingen of andere wijzigingen van bestaande overeenkomsten inzake complexe producten niet gelden als nieuw aangegane overeenkomsten. Zo vallen verhogingen op bestaande verzekeringspolissen wat de provisiebetalingsregels betreft onder het regime van de oorspronkelijke polis.

Het tweede lid van dit artikel heeft betrekking op de gefaseerde uitbetaling van dit totaalbedrag. Overigens kan naast de afsluitprovisie ook het eerste deel van de doorlopende provisie worden uitbetaald in het eerste jaar. Op grond van het tweede lid wordt doorlopende provisie in gelijke termijnen uitbetaald gedurende ten minste tien jaar na de totstandkoming van de overeenkomst. Als de overeenkomst inzake het complexe product echter een kortere looptijd heeft dan deze tien jaar, mag de doorlopende provisie in gelijke delen worden uitbetaald gedurende de looptijd. Deze bepaling is op grond van artikel 174, eerste en derde lid, van toepassing op overeenkomsten die totstandkomen na inwerkingtreding van dit besluit en voor 31 december 2009. Het ligt voor de hand dat marktpartijen daarna overgaan tot uitbetalen van doorlopende provisie gedurende de looptijd van de overeenkomsten.
Artikel 150 is gebaseerd op artikel 4:73, derde lid, aanhef en onderdeel c, van de wet. De zinsnede "aan een bemiddelaar als bedoeld in artikel 4:73, eerste lid, van de wet" opgenomen in het eerste lid en de zinsnede “aan een bemiddelaar als bedoeld in het eerste lid” opgenomen in het tweede lid komen te vervallen. Gelet op de wijziging van de definities van afsluit- en doorlopende provisie zijn deze bewoordingen overbodig geworden. Deze wijzigingen beogen te verduidelijken dat artikel 150 ook van toepassing is indien de aanbieder bij de betaling van de provisie gebruik maakt van zogenaamde tussenschakels en hangt samen met de wijziging van de definities van afsluit- en doorlopende provisies. Artikel 150 is enkel van toepassing op overeenkomsten inzake complexe producten.
De wijziging van artikel 174, derde lid, hangt samen met de temporisering met één jaar van de geleidelijke overgang naar de verhouding van maximaal vijftig procent afsluitprovisie en vijftig procent doorlopende provisie die per 1 januari 2009 is doorgevoerd.

« terug
Bgfo:

Wft: