Artikel 149b Bgfo
Nota van Toelichting
Dit artikel is gebaseerd op artikel 4:73, derde lid, onderdeel a, van de wet. Een bemiddelaar dient op grond van het eerste lid een dienstverleningsdocument op te stellen en aan de consument te verstrekken. De invoering van het document draagt bij aan het vergroten van het inzicht van de consument in de beloning van bemiddelaars. De bedoeling van deze bepaling is om de consument in staat te stellen om een bewuste keuze te maken tussen de verschillende vormen van beloning die de bemiddelaar ontvangt voor de dienstverlening die deze voor de consument verricht. Het dienstverleningsdocument is een informatiedocument.

Beloning
In het dienstverleningsdocument dient op grond van het tweede lid, onderdeel a, de aard en reikwijdte van de dienstverlening van de bemiddelaar te worden beschreven. De bemiddelaar dient op grond van onderdeel b in het document informatie op te nemen over de verschillende wijzen van beloning die de bemiddelaar hanteert. De bemiddelaar kan bijvoorbeeld op basis van een van de aanbieder- en productonafhankelijke beloning zijn diensten verlenen. Van aanbieder- en productonafhankelijk beloning is bijvoorbeeld sprake indien de bemiddelaar op basis van een uurtarief werkt en het aantal uren gemoeid met de bemiddeling of advisering aan de consument in rekening brengt. Ook is mogelijk dat de bemiddelaar voor door hem gedefinieerde vormen van dienstverlening een vast bedrag in rekening brengt of een percentage van bijvoorbeeld een te verstrekken hypothecair krediet. De bemiddelaar kan echter ook op basis van een aanbieder- en productafhankelijke beloning zijn diensten verlenen. Hiervan is bijvoorbeeld sprake indien de aanbieder voor het bemiddelen of adviseren door de bemiddelaar provisie betaalt die wordt verdisconteerd in de door de consument te betalen prijs voor het aangeboden product. Bij aanbieder- en productafhankelijke beloning bestaat het risico dat de bemiddelaar zich laat beïnvloeden door de hoogte van de provisie die een bepaalde aanbieder voor een bepaald product betaalt.

Het is de bedoeling dat de bemiddelaar een overzicht geeft van alle beloningsvormen die hij toepast en daarbij onderscheid maakt naar productsoort waarvoor de bemiddelaar bemiddelingsactiviteiten verricht. De bemiddelaar dient de beloning op grond van onderdeel b bovendien te specificeren. In het geval van aanbieder- of productonafhankelijke beloning (fee variant) dient de bemiddelaar concreet aan te geven welk uurtarief hij hanteert en een indicatie te geven van het aantal uren dat met zijn dienstverlening zal zijn gemoeid. In geval van aanbieder- of productafhankelijke beloning (provisie) dient de bemiddelaar per productcategorie een bandbreedte te geven waarbinnen de minimale en maximale provisiehoogte valt met daarbij de kanttekening dat de daadwerkelijke hoogte afhankelijk is van de aanbieder.

Moment van verstrekken
Het derde lid bepaalt het moment waarop het dienstverleningsdocument moet worden verstrekt. De consument zal met de bemiddelaar normaliter in eerste instantie een oriëntatiefase doorlopen waarin de consument vrijblijvend om informatie vraagt die in een bepaalde behoefte voorziet, bijvoorbeeld de financiering van de eigen woning of een pensioenvoorziening. Na afloop daarvan zal duidelijk zijn of en, zo ja, voor welke productsoort de consument een offerte wenst. De bemiddelaar dient voorafgaand aan het moment waarop hij daadwerkelijk zijn advies- of bemiddelingsactiviteiten start – dit is in de praktijk meestal voorafgaand aan het opstellen van het klantprofiel – het dienstverleningsdocument aan de consument te overhandigen. De consument verkrijgt daarmee voorafgaand aan de daadwerkelijke materiële dienstverlening van de bemiddelaar inzicht in de beloning van de bemiddelaar, zodat hij op basis daarvan bewust kan kiezen voor een bepaalde beloningsvorm. Het moment van verstrekken dient samen te vallen met het moment waarop er een risico kan bestaan dat de dienstverlening van de bemiddelaar daadwerkelijk door een wijze van beloning kan worden beïnvloed.

Tekenen voor ontvangst
De bemiddelaar dient de consument vervolgens voor ontvangst van het dienstverleningsdocument te laten tekenen. Deze bepaling beoogt te bewerkstelligen dat de bemiddelaar de consument uitdrukkelijk wijst op de diverse beloningsvormen die mogelijk zijn zodat de consument daar zelfstandig een keuze uit kan maken. Het dienstverleningsdocument is puur een informatiedocument. Dit betekent dat de consument hiermee op generlei wijze rechtens wordt gebonden om een bepaalde overeenkomst inzake een complex product of een hypothecair product bij een aanbieder af te nemen. Het dienstverleningsdocument maakt enkel de verschillende beloningsvormen van de bemiddelaar transparant. De daadwerkelijke keuze van de consument en de hoogte van de beloning wordt op een later moment vastgelegd in de offerte of in de overeenkomst inzake het complex product of hypothecair krediet.

Op basis van het vierde lid kan de AFM nadere regels stellen met betrekking tot de wijze waarop de informatie bedoeld in het tweede lid moeten worden geformuleerd en gepresenteerd. Het is denkbaar dat de AFM in dat verband voorschrijft dat de bemiddelaar in een tabel een overzicht dient te geven van de verschillende productsoorten (annuïteitenhypotheek, aflossingsvrije hypotheek, beleggingsverzekeringshypotheek, complexe producten) en de daarbij behorende bandbreedtes van verschillende beloningsvormen (fee varianten of provisie varianten).

« terug
Wft: