Artikel 149a Bgfo
1. Een aanbieder, bemiddelaar of adviseur verschaft of ontvangt, voor het bemiddelen of adviseren inzake een betalingsbeschermer, complex product, hypothecair krediet of uitvaartverzekering, rechtstreeks of middellijk geen provisie die niet noodzakelijk is voor het verlenen van de betreffende dienst of deze mogelijk maakt.

2. Het eerste lid is niet van toepassing op:
   a. provisies die worden verschaft door of aan de cliënt of degene die namens hem optreedt;
   b. provisies die worden verschaft door of aan een derde of degene die namens hem optreedt, indien:
      1°. de bemiddelaar of adviseur de cliënt op uitvoerige, accurate en begrijpelijke wijze mededeling doet van het bestaan, de aard en het bedrag of, indien het bedrag niet kan worden achterhaald, de wijze van berekening van de provisie of in geval van provisie in natura de waarde in het economisch verkeer voordat de betreffende dienst wordt verleend; en
      2°. de verschaffing van de provisie de kwaliteit van de betreffende dienst ten goede komt en geen afbreuk doet aan de verplichting van de aanbieder, bemiddelaar of adviseur om zich in te zetten voor de belangen van de cliënt.

3. Onverminderd het eerste en tweede lid verschaft of ontvangt een aanbieder, bemiddelaar of adviseur voor het bemiddelen of adviseren inzake een betalingsbeschermer, complex product, hypothecair krediet of uitvaartverzekering, rechtstreeks of middellijk, geen andere provisie dan:
   a. afsluitprovisie;
   b. doorlopende provisie; of
   c. provisie in natura die onafhankelijk van de totstandkoming van de overeenkomst wordt verschaft en die, voor zover deze de waarde van € 100 overstijgt, voldoet aan het eerste lid en het tweede lid, onderdeel b.

4. Voor de toepassing van het derde lid wordt onder «consument» in artikel 1, onderdelen a en g, mede verstaan een cliënt, niet zijnde een consument.

« terug
Zie ook: