Artikel 86g Bgfo
Nota van Toelichting
Bij brief van 13 december 2011 is de Tweede Kamer geïnformeerd over hoe de maatregelen die samenhangen met het provisieverbod voor complexe en impactvolle producten in regelgeving zullen worden uitgewerkt. In deze brief is aangegeven dat consumenten in staat moeten zijn om op basis van informatie over de reikwijdte van de dienstverlening en de prijs van de dienstverlening te beslissen welk soort dienstverlening zij wensen en waar zij die willen betrekken. Aangegeven is dat de kosten van dienstverlening (advies- en distributiekosten) door aanbieders transparant dienen te worden gemaakt. De kostprijs van de dienstverlening dient te worden berekend op basis van een kostprijsmodel.

Dit laatste is geregeld in artikel 86g, dat is gebaseerd op artikel 4:25b van de Wft. Op grond van artikel 86f, tweede lid, onderdeel j, dient een aanbieder van een betalingsbeschermer, complex product, hypothecair krediet, individuele arbeidsongeschiktheidsverzekering, overlijdensrisicoverzekering of uitvaartverzekering de kosten voor advies en distributie op te nemen in het dienstverleningsdocument. Om ervoor te zorgen dat de kosten die in het dienstverleningsdocument zijn opgenomen vergelijkbaar, juist en controleerbaar zijn, is in artikel 86g, eerste lid, bepaald dat een aanbieder van een betalingsbeschermer, complex product, hypothecair krediet, individuele arbeidsongeschiktheidsverzekering, overlijdensrisicoverzekering of uitvaartverzekering een kostprijsmodel dient te ontwikkelen. De advies- en distributiekosten hebben betrekking op de eerste fase van een klantcontact tot het sluiten van de overeenkomst. Op grond van het kostprijsmodel worden de advies- en distributiekosten voor de verschillende financiële producten berekend. Dit kostprijsmodel hoeft niet aan de consument of cliënt verstrekt te worden. Voor de berekening van de advies- en distributiekosten worden alle (directe en indirecte) kosten van dienstverlening meegenomen die zijn toe te rekenen aan advies en zijn gericht op het tot stand brengen van een overeenkomst inzake het desbetreffende financieel product.

Onder advieskosten vallen in ieder geval de kosten voor de volgende werkzaamheden:
Onder distributiekosten worden verstaan, de kosten voor:
De relevante kosten die moeten worden meegenomen in de berekening van de advies- en distributiekosten zijn: personeelskosten (eigen personeel en externe inhuur), managementkosten, reclamekosten, automatiseringskosten en kantoorkosten voor zover die gericht zijn op het tot stand brengen van een overeenkomst met een consument of, indien het een verzekering betreft, cliënt inzake het desbetreffende product en een winstmarge. Personeelskosten zijn in ieder geval salariskosten, onkostenvergoedingen, opleidingskosten van de adviseurs en het overige personeel dat klantgesprekken voert en werkzaamheden gericht op het tot stand brengen van de overeenkomst met betrekking tot het desbetreffende financieel product. Managementkosten zijn in ieder geval de salariskosten, onkostenvergoedingen, opleidingskosten en kantoorkosten van de leidinggevende van adviseurs en andere medewerkers die werkzaamheden verrichten met betrekking tot de totstandkoming van de overeenkomst ten aanzien van het desbetreffende financieel product.

Kosten voor reclame omvat in ieder geval die kosten die direct gekoppeld zijn aan het onder de aandacht brengen van het advies en het klantcontact over producten en de productaanvraag (exclusief reclame voor het product). Tevens behelst dit de logistiek om met een potentiële of bestaande klant een afspraak te maken. Automatiseringskosten zijn in ieder geval kosten van adviesapplicaties en klantcontact-applicaties (inclusief huur-, lease,- afschrijvingskosten en personeelskosten).

Kantoorkosten zijn in ieder geval kosten met betrekking tot huisvesting van adviseurs en medewerkers die klanten ondersteunen bij genoemde werkzaamheden. Tevens kunnen onder kantoorkosten worden verstaan: kosten met betrekking tot werkplekken en kosten met betrekking tot administratieve en facilitaire ondersteuning van de adviseurs en medewerkers.

Het kan voorkomen dat meer dan één juridische entiteit binnen een groep van een aanbieder betrokken is bij de relevante werkzaamheden die in het kostprijsmodel moeten worden opgenomen. In een dergelijk geval, moeten ook deze kosten worden meegenomen. Als een aanbieder werkzaamheden uitbesteedt aan een derde (al dan niet binnen de groep) dient hij, de kosten die hij hiervoor maakt, mee te nemen in de berekening van de advies- en distributiekosten.

Indien aanbieders niet adviseren hoeven zij geen advieskosten op te nemen in het kostprijsmodel. Deze aanbieders maken wel kosten voor bijvoorbeeld het completeren van het dossier en ondersteuning bij het afsluiten van het product, zoals het bellen van klanten en het beantwoorden van vragen van klanten door bijvoorbeeld een «call center». Deze distributiekosten dienen wel te worden opgenomen in het kostprijsmodel. In het tweede lid is opgenomen dat de aanbieders hun kostprijsmodel op juistheid dienen te laten controleren door een accountant. Tevens controleert een accountant jaarlijks of de begrote kosten voor advies en distributie juist en volledig zijn toegerekend aan de financiële producten, bedoeld in het eerste lid. De controle door de accountant is opgenomen om te waarborgen dat de advies- en distributiekosten die dienen te worden opgenomen in het dienstverleningsdocument aansluiten bij de daadwerkelijk begrote kosten. Om de accountant in staat te stellen te controleren of de begrote kosten voor advies en distributie juist en volledig zijn toegerekend aan de desbetreffende financiële producten dient de aanbieder inzicht te geven in de wijze waarop de totale personeels-, management-, reclame-, automatisering- en kantoorkosten aan de advies- en distributieactiviteiten kunnen worden toegerekend.

Tevens wordt inzicht gegeven in de totale uren die adviseurs en medewerkers naar verwachting zullen besteden aan advies- en distributieactiviteiten en de daarmee verband houdende personeelskosten.

« terug
Wft:

Bgfo: