Artikel 12 Bgfo
De Autoriteit Financiële Markten stelt vast of de betrouwbaarheid van een persoon als bedoeld in artikel 4:10, eerste lid, van de wet buiten twijfel staat op basis van diens voornemens, handelingen en antecedenten.

Nota van Toelichting
Dit artikel bevat de inhoud van artikel 2, eerste lid, van de Beleidsregel betrouwbaarheidstoetsing. De aan een handeling of antecedent ten grondslag liggende gedraging is bepalend voor het oordeel over de betrouwbaarheid van betrokkene. Onder gedragingen worden zowel een doen als nalaten begrepen. Ook een voorgenomen gedraging kan een inzicht geven in de betrouwbaarheid van de betrokkene. Een voorbeeld van een voorgenomen gedraging is dat uit onderzoek blijkt dat een voorgenomen aandelentransactie van de te toetsen kandidaat in het verlenen is afgekeurd in verband met de mogelijke voorkennis of de (schijn van) belangenverstrengeling. Vanzelfsprekend dient de AFM relevante voornemens op objectief verifieerbare wijze vast te stellen.

« terug
Zie ook:

Wft: