In het eerste lid wordt op dezelfde manier als in artikel 42, eerste lid, van
de Wfd tot uitdrukking gebracht dat de regels van deze paragraaf niet
alleen gelden voor de onderlinge verhouding tussen aanbieders en
bemiddelaars maar ook voor de relatie tussen financiële ondernemingen
die in het distributieproces een met de aanbieder en bemiddelaar
vergelijkbare rol vervullen, namelijk voor gevolmachtigde agenten en
ondergevolmachtigde agenten in relatie tot bemiddelaars, en bemiddelaars
in relatie tot onderbemiddelaars.Dezelfde gelijkschakeling wordt,
evenals in artikel 42, tweede lid, van de Wfd, in het tweede lid voorgesteld
ten aanzien van de regels in deze paragraaf met betrekking tot de
verhouding tussen aanbieders en gevolmachtigde agenten; deze regels
gelden ook voor gevolmachtigde agenten in relatie tot ondergevolmachtigde
agenten en voor ondergevolmachtigde agenten in relatie tot andere
ondergevolmachtigde agenten waaraan zij een ondervolmacht hebben
verleend.
|