Par. 6.2 Nota van Toelichting Besluit uitvoering Pensioenwet
Waarom marktwaardering bij waardeoverdracht
Op grond van dit besluit dient de berekening van de overdrachtswaarde plaats te vinden op grond van marktwaardering in plaats van de vaste rekenrente. Daarvoor zijn twee goede redenen.

Consistent beleid
De eerste reden is dat daarmee wordt aangesloten bij de bredere ontwikkeling in de financiële wereld om verplichtingen op basis van marktwaardering te waarderen. Zo moeten fondsen op grond van het nieuwe Financieel toetsingskader (FTK) pensioenverplichtingen bij het bepalen van de technische voorzieningen contant maken op basis van marktwaardering. De regering vindt het vanuit het oogpunt van consistente regelgeving voor de hand liggen dat bij waardeoverdracht eveneens overgegaan wordt op het hanteren van een rekenrente op basis van marktwaardering. Bij waardeoverdracht gaat het immers ook om het contant maken van pensioenverplichtingen.

Eventueel financieel voor- of nadeel beter gespreid over uitvoerders
De tweede reden om over te stappen op marktwaardering bij waardeoverdracht is dat voorkomen wordt dat onder het FTK-regime bepaalde fondsen structureel baten of lasten hebben bij waardeoverdracht. Immers, als bij waardeoverdracht een vaste rekenrente uitgangspunt zou blijven, terwijl de technische voorzieningen op marktwaardering berekend worden, kan er een voor- of nadeel ontstaan. Een fonds waarbij het aantal uitgaande waardeoverdrachten voor langere periode het aantal inkomende overtreft, heeft, indien bijvoorbeeld de bij de technische voorzieningen gebruikte marktrente lager is dan de bij de waardeoverdracht gebruikte rekenrente, een nadeel voor die periode: het moet meer meegeven dan het gereserveerd heeft. Door ook bij waardeoverdracht met marktwaardering te werken, wordt dit nadeel voorkomen.

Hooguit kan een klein voor- of nadeel ontstaan omdat de marktrente zich kan hebben ontwikkeld in de periode tussen de overdrachtsdatum (het moment waarop de over te dragen waarde moet worden berekend) en het moment van feitelijke overdracht van de waarde. Omdat de rente op zo’n relatief korte termijn zowel kan dalen als kan stijgen, komt het voor- of nadeel niet meer eenzijdig terecht bij de uitvoerder met een structureel inkomend of uitgaand saldo.

« terug