1. | Het toezicht op de naleving van de Pensioenwet en de eerder
genoemde vigerende wet- en regelgeving wordt ondergebracht bij
DNB, met uitzondering van het gedragstoezicht. Het gedragstoezicht
wordt ondergebracht bij de AFM.
|
2. | Het gedragstoezicht door de AFM op pensioenuitvoerders omvat:
|
| – | Het toezicht op de verstrekking van alle informatie van een
pensioenuitvoerder aan aanspraak- en pensioengerechtigden die
de pensioenuitvoerder conform deze wet is gehouden te
verstrekken: voorlichting over het pensioenreglement en de periodieke
opgave van pensioenaanspraken, waaronder toezicht op de
verstrekking van de wettelijk verplichte informatie bij individuele
vrijwillige voorzieningen.
|
| – | Het toezicht op de plicht van pensioenuitvoerders om bij premieovereenkomsten
met beleggingsvrijheid, deze beleggingsvrijheid te
begrenzen.
|
3. | De AFM controleert de communicatie, als bedoeld onder het tweede
punt, op tijdigheid, juistheid en toegankelijkheid.
|
4. | De taakverdeling tussen beide toezichthouders en de wijze waarop zij
samen hebben te werken, wordt vastgelegd in een algemene maatregel
van bestuur. De in de algemene maatregel van bestuur op te
nemen regels, zullen worden op de volgende uitgangspunten gebaseerd:
|
| a. | De AFM toetst de communicatie-uitingen van pensioenuitvoerders
met aanspraak en pensioengerechtigden op toegankelijkheid, tijdigheid
en juistheid.
Zij doet dit door de communicatie-uitingen te toetsen aan wat
hierover in het reglement van de pensioenuitvoerder is bepaald. Dit
betekent dat de AFM geen rol heeft bij het toezicht op de interne
communicatie binnen de pensioenuitvoerder, in het bijzonder de
communicatie van het pensioenfonds met de deelnemersraad en
geen toezicht houdt op de nadere uitwerking daarvan in de Administratieve
Organisatiebeschrijving en de Interne Controle, dat blijft
een taak voor DNB.
|
| b. | De toetsing van de toegankelijkheid (beschikbaarheid en begrijpelijkheid)
en de tijdigheid kan de AFM in beginsel onafhankelijk van
DNB uitvoeren.
|
| c. | Bij toetsing van de juistheid zal de AFM in veel gevallen wel met
DNB samenwerken, in het bijzonder voor die gevallen waarbij voor
een oordeel over de juistheid van de communicatie ook een
oordeel nodig is over de interpretatie van onderliggende stukken,
zoals het reglement of de actuariële en bedrijfstechnische nota.
|
| d. | Het oordeel van DNB over de interpretatie van onderliggende
stukken wordt door de AFM rechtstreeks overgenomen. Het oordeel
van de AFM over de communicatie wordt door DNB rechtstreeks
overgenomen.
|
| e. | Op de constatering dat (het oordeel van de AFM over) een
communicatie-uiting niet in overeenstemming is met (het oordeel
van DNB over) de onderliggende stukken, zal de AFM de pensioenuitvoerder
hiervan in kennis stellen en verzoeken (waar nodig door
middel van een aanwijzing) om de communicatie en de onderliggende
stukken in overeenstemming te brengen.
|
| f. | Het is aan de pensioenuitvoerder om te bepalen hoe de overeenstemming
tot stand wordt gebracht.
|
| g. | Indien de pensioenuitvoerder weigertom de overeenstemming tot
stand te brengen, of indien na aanpassing van communicatie en/of
onderliggende stukken nog altijd geen overeenstemming is bereikt,
kan de AFM een aanwijzing geven aan de pensioenuitvoerder dat
overeenstemming tot stand moet worden gebracht.
|
| h. | Bij verdergaande weigering om overeenstemming te realiseren
kunnen zwaardere dwangmiddelen worden ingezet, conform
bevoegdheden in de Pensioenwet. Het is echter niet de bedoeling
om bij of krachtens de Pensioenwet de AFM de bevoegdheid te
geven om een bewindvoerder te kunnen instellen bij een pensioenfonds.
Hierin volgt de Pensioenwet de Wft.
|