Op hoofdlijnen blijven de voorschriften voor gelijke behandeling ten
aanzien van toeslagen gelijk aan die in de PSW. Binnen hetzelfde soort
pensioen moeten toeslagen die gegeven worden aan pensioengerechtigden:
1. | ten eerste onderling hetzelfde zijn ongeacht of de pensioengerechtigde
(of, ingeval van partnerpensioenen, de partner) deelnemer of gewezen
deelnemer is geweest, en;
| 2. | ten tweede ook gegeven worden aan de gewezen deelnemers.
|
Voor verschillende pensioensoorten (ouderdomspensioen, partnerpensioen,
wezenpensioen of arbeidsongeschiktheidspensioen) kunnen
verschillende toeslagen worden gegeven. Dat bepalen de sociale partners
zelf. Overigens zij erop gewezen dat het begrip partnerpensioen hier
zowel een uitkering voor de echtgenoot omvat als een uitkering voor de
geregistreerde partner of partner, of de gewezen echtgenoot, de gewezen
geregistreerde partner of gewezen partner wegens het overlijden van de
werknemer of gewezen werknemer (zie definities).
De gelijke behandelingsvoorschriften voor toeslagen gelden voor ouderdomspensioen
en partnerpensioen. Bij arbeidsongeschiktheidspensioen
en wezenpensioen is geen sprake van een mogelijk verschil in het
verlenen van toeslagen tussen onderling verschillende groepen of tussen
groepen vóór en na pensioeningang. De gelijke behandelingsvoorschriften
met betrekking tot toeslagen zijn daardoor voor deze pensioensoorten
niet relevant. Op de volgende punten houdt deze wet een
stroomlijning of verbetering in ten opzichte van de PSW.
Gelijke behandeling met betrekking tot partnerpensioen
Geregeld is dat het partnerpensioen van partners van een overleden
gewezen deelnemer voor wat betreft toeslagen gelijk behandeld moeten
worden met de toeslagen op partnerpensioen van partners van een overleden
gepensioneerde die geen gewezen deelnemer is geweest. De PSW
bevatte ten aanzien van deze groep een omissie. Dat wordt in deze wet
hersteld.
Toeslagen in de vorm van een voor iedereen gelijk bedrag vallen onder
het voorschrift tot gelijke behandeling
In de praktijk is er discussie over de vraag of verhogingen van het ouderdomspensioen
in de vorm van een voor allen gelijk bedrag als toeslag
moeten worden aangemerkt en vallen onder het voorschrift voor gelijke
behandeling bij toeslagverlening. Op grond van de definitie van toeslag in
deze wet valt een verhoging van het pensioen met een voor
iedereen gelijk bedrag onder dit begrip. De regering realiseert zich dat een
verhoging van een relatief kleine aanspraak van een gewezen deelnemer
met hetzelfde bedrag als de verhoging van een gepensioneerde op het
eerste oog tot vreemde resultaten leidt. Wellicht leidt deze gelijke behandeling
ertoe dat er geen toeslagen in de vorm van een vast bedrag meer
worden gegeven. Echter de regering laat het belang van gelijke behandeling
prefereren boven het behouden van de mogelijkheid tot het geven
van toeslagen in de vorm van een gelijk bedrag voor alleen de pensioengerechtigden.
Eenmalige toeslagen vallen onder het voorschrift tot gelijke behandeling
De regering ziet ook geen reden eenmalige toeslagen buiten de gelijkebehandelingsvoorschriften
te laten. Voorkomen moet worden dat deze voorschriften
ten aanzien van toeslagen ontweken worden door toevlucht te
nemen tot eenmalige toeslagen.
Onvoorwaardelijke toeslagen vallen onder het voorschrift tot gelijke
behandeling.
Op grond van de in hoofdstuk 1 gegeven definitie van het begrip toeslag
worden niet alleen voorwaardelijke verhogingen maar ook onvoorwaardelijke
verhogingen onder het begrip toeslag geschaard. Het gaat daarbij
niet alleen om onvoorwaardelijke toeslagen in de vorm van bijvoorbeeld
een onvoorwaardelijke koppeling aan de stijging van de consumptieprijsindex,
maar ook om toeslagen in de vorm van een vaste stijging na
pensioeningang. Alle toeslagen, inclusief alle onvoorwaardelijke
toeslagen, vallen daarmee onder het voorschrift voor gelijke behandeling
van toeslagen bij gepensioneerden en pensioengerechtigden met een
partnerpensioen. Niet valt in te zien waarom gewezen deelnemers de
onvoorwaardelijke toeslagen die gepensioneerden krijgen, niet zouden
moeten krijgen. De regering realiseert zich dat dit nieuwe beleid ten
aanzien van toeslagen in de vorm van vaste stijgingen ertoe leidt dat bij
pensioenuitvoerders die pensioenovereenkomsten uitvoeren met onvoorwaardelijke
toeslagen, de reservering zeer fors moet stijgen. Ook hier
geldt dat het belang van gelijke behandeling opweegt tegen de kosten die
het met zich meebrengt. Verwacht mag worden dat hierdoor geen onvoorwaardelijke
toeslagen meer verleend zullen worden, hetgeen gezien de
hoge kosten die daaruit voortvloeien, ook wenselijk is.
|