Paragraaf 7.2.3 Memorie van Toelichting
Recht op het uitruilen van (een deel van) de ouderdomspensioenuitkering voor een partnerpensioen
Deze wet kent naast het reeds in de PSW bestaande recht op uitruil van partnerpensioen in een hoger of eerder ingaand ouderdomspensioen ook het recht op omgekeerde uitruil, te weten het uitruilen van het opgebouwde ouderdomspensioen of een deel daarvan voor een partnerpensioen.

Met deze wettelijke regeling wordt tegemoetgekomen aan de motie van de leden Omtzigt en Depla d.d. 10 december 2003 (Kamerstukken II 2003/04, 29 257, nr. 6). In deze motie is overwogen dat een goed partnerpensioen voor na 65 een essentieel onderdeel is van een goede pensioenregeling.

De deelnemer heeft vanaf inwerkingtreding van dit wetsvoorstel de mogelijkheid om zijn ouderdomspensioen of een deel daarvan in te zetten om zijn partner te verzekeren van een partnerpensioen voor het geval de deelnemer komt te overlijden. Dit uitruilrecht is vooral van belang voor deelnemers in pensioenregelingen zonder partnerpensioen, met een klein partnerpensioen, dan wel pensioenregelingen met een partnerpensioen op risicobasis dat slechts loopt tot aan de datum waarop het ouderdomspensioen ingaat. Bepaald wordt dat er minimaal één moment, te weten het moment waarop de ouderdomspensioenuitkering ingaat, is waarop zo’n keuzemogelijkheid geboden wordt.

« terug
Pensioenwet: