Paragraaf 7.2 Memorie van Toelichting
Behoud van pensioenaanspraken, waardeoverdracht en uitruil
Als een werknemer de arbeidsrelatie met de werkgever beëindigt, stopt – enkele uitzonderingen daargelaten – ook de pensioenopbouw bij de pensioenuitvoerder. Als de pensioenopbouw stopt, wordt de deelnemer gewezen deelnemer. Op dat moment heeft de gewezen deelnemer het wettelijk recht op behoud van opgebouwde aanspraken jegens de pensioenuitvoerder. Daarnaast krijgt de individuele gewezen deelnemer wanneer hij van werkgever verandert of bij dezelfde werkgever aan een andere pensioenregeling gaat deelnemen, het recht op waardeoverdracht, dat wil zeggen het recht de waarde van de opgebouwde aanspraken over te dragen naar een andere pensioenuitvoerder of naar een andere regeling bij dezelfde pensioenuitvoerder. Er bestaan ook nog andere vormen van waardeoverdracht, zoals waardeoverdracht in het kader van het uitruilen van pensioensoorten of collectieve waardeoverdracht voor een groep werknemers, bijvoorbeeld wanneer de onderneming wordt overgenomen en er een nieuwe regeling gaat gelden. Op hoofdlijnen wijkt dit wetsvoorstel ten aanzien van behoud van aanspraken en waardeoverdracht niet af van de PSW.

Nieuw zijn de bepalingen met betrekking tot internationale waardeoverdracht. Hiermee geeft het kabinet invulling aan een reeds in de SER-adviesaanvraag aangekondigd voornemen internationale waardeoverdracht te vergemakkelijken. Bepalingen over internationale waardeoverdracht zijn eveneens actueel geworden door de implementatie van de Richtlijn 2003/41 EG, waardoor mogelijk meer behoefte bestaat aan waardeoverdracht over de grenzen heen. Overigens zullen de bepalingen hierover grotendeels in lijn zijn met de beleidsregels die DNB over internationale waardeoverdracht ontwikkeld heeft.

« terug