Par. 1.6 Memorie van Toelichting
Belangrijkste wetstechnische aspecten van dit wetsvoorstel
Pensioen is een arbeidsvoorwaarde
De modernisering en technische herziening van de pensioenwetgeving komt ook tot uitdrukking in de terminologie van de wet.
Pensioen is een arbeidsvoorwaarde en betreft een afspraak die in het kader van een arbeidsverhouding wordt gemaakt. Het kan daarbij zowel om een arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht gaan als om een publiekrechtelijke aanstelling. Aangezien pensioen een arbeidsvoorwaarde is, is er voor gekozen om te spreken van pensioenovereenkomst in plaats van pensioentoezegging. Hoofdstuk 3 van het algemeen deel van de memorie van toelichting gaat hier verder op in.

Integratie van de Regelen verzekeringsovereenkomsten PSW
De PSW heeft met name betrekking op pensioenfondsen. De regelgeving ten aanzien van pensioentoezeggingen die door een werkgever ondergebracht zijn bij een verzekeraar is opgenomen in een ministeriële regeling, de Regelen verzekeringsovereenkomsten PSW. Deze opzet is onoverzichtelijk en voor het verschil in niveau van regelgeving bestaan geen goede argumenten. Daarom heeft de regering in deze wet de regelgeving voor pensioenfondsen en verzekeraars geïntegreerd op wetsniveau. Waar mogelijk wordt in deze wet gesproken over «pensioenuitvoerder », hieronder worden zowel pensioenfondsen als verzekeraars verstaan. Op enkele onderdelen bevat deze wet regelgeving die uitsluitend gericht is op pensioenfondsen. Dit betreft de bepalingen omtrent de instelling «pensioenfonds», zoals de taken van het bestuur, de samenstelling van het bestuur van een pensioenfonds, de taakafbakening en de prudentiële bepalingen voor pensioenfondsen die betrekking hebben op de financiële eisen. De pensioenuitvoerder «verzekeraar» is geregeld in de financiëletoezichtswetgeving. Dit geldt ook voor de prudentiële bepalingen voor verzekeraars.

Wft
Gelijktijdig met vervanging van de PSW door deze wet loopt het wetgevingstraject waarbij de verschillende financiëletoezichtswetten die onder meer betrekking hebben op het toezicht op verzekeraars en banken vervangen worden door één Wet op het financieel toezicht (Wft). De Wft is relevant voor het prudentieel toezicht op verzekeraars, ook als zij een pensioenovereenkomst uitvoeren.

Waar mogelijk is in deze wet aangesloten bij de structuur en de begrippen die in de Wft gebruikt worden. Dit geldt met name voor de bepalingen die betrekking hebben op het toezicht. Toch blijven er ook verschillen tussen de Wft en deze wet. Allereerst verschilt de relatie tussen de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid met de toezichthouders van die van de Minister van Financiën met deze toezichthouders. Tevens verschilt ook het onderwerp van het toezicht. De Wft richt zich op financiële producten terwijl deze wet zich richt op de arbeidsvoorwaarde «pensioen».

BW7:17 en 7:18
Het Burgerlijk Wetboek kent na inwerkingtreding van de wet dienaangaande (Kamerstukken II 2002/03, 19 529) twee titels betreffende verzekeringsovereenkomsten, te weten 7:17 (verzekering) en 7:18 (lijfrente). Deze onderdelen van het BWzijn in beginsel ook van toepassing op uitvoeringsovereenkomsten in de zin van deze wet. Pensioenen kennen een specifieke driehoeksverhouding tussen werkgever, werknemer en pensioenuitvoerder. Dit betekent dat een aantal specifieke bepalingen van titel 7:17 niet onverkort van toepassing zullen zijn op uitvoeringsovereenkomsten die onder deze wet vallen.

Richtlijn 2003/41/EG
De richtlijn 2003/41/EG van het Europese parlement en de Raad van 3 juni 2003, betreffende de werkzaamheden en het toezicht op instellingen voor bedrijfspensioenvoorziening wordt met een specifieke implementatiewet (Kamerstukken II, 2004/05, 30 104) geïmplementeerd in de PSW. Deze wet is in lijn met richtlijn 2003/41/EG.

« terug