Art. 152 Pensioenwet
Geen beoordeling individuele gevallen
   1.De toezichthouder treedt bij de uitoefening van het toezicht op de naleving van deze wet niet in de beoordeling van de individuele rechtsverhouding tussen:
      a. een werkgever en een werknemer;
      b. een pensioenuitvoerder en een werkgever; en
      c. een pensioenuitvoerder en een aanspraak- of pensioengerechtigde.

   2.Het eerste lid is niet van toepassing op de uitvoeringsovereenkomst en het pensioenreglement.

Memorie van Toelichting
Dit artikel is opgenomen om te waarborgen dat het toezicht geen betrekking heeft op individuele pensioenovereenkomsten en hun uitvoering: het is uitdrukkelijk niet de bedoeling dat het toezicht zich uitstrekt tot hetgeen zich op «dossierniveau» afspeelt tussen een individuele deelnemer en een pensioenfonds, verzekeraar of werkgever en de geschillen die hierover tussen die partijen zouden kunnen ontstaan. De handhaving van de voorschriften die deze relatie(s) reguleren, wordt overgelaten aan de betrokken partijen zelf. De individuele pensioenovereenkomst is immers een arbeidsvoorwaarde. Indien nodig kan via de burgerlijke rechter de naleving van de op de individuele pensioenrelatie betrekking hebbende bepalingen worden afgedwongen. Het artikel laat overigens onverlet dat het toezicht zich uitstrekt tot al hetgeen bij of krachtens deze wet is bepaald, doch in de praktijk zal het toezicht met name geconcentreerd zijn op de pensioenuitvoerder, waar alles samenkomt.

Het toezicht heeft dus wel betrekking op uitvoeringsovereenkomsten en pensioenreglementen, maar de toezichthouder doet geen uitspraak in individuele geschillen die partijen hierover kunnen hebben.

« terug