Art. 101 Pensioenwet
Vertegenwoordigers van pensioengerechtigden in bestuur ondernemingspensioenfonds
   1.De verdeling van de zetels van werknemersvertegenwoordigers en vertegenwoordigers van pensioengerechtigden vindt plaats op basis van de onderlinge getalsverhoudingen, met dien verstande dat de vertegenwoordigers van pensioengerechtigden ten hoogste de helft van het aantal zetels in het bestuur van een ondernemingspensioenfonds bezetten dat werknemersvertegenwoordigers en vertegenwoordigers van pensioengerechtigden gezamenlijk bezetten.

   2.In afwijking van het eerste lid kunnen vertegenwoordigers van pensioengerechtigden meer zetels bezetten dan werknemersvertegenwoordigers, indien het aantal deelnemers minder bedraagt dan 10% van de som van het aantal deelnemers en pensioengerechtigden.

   3.In afwijking van het eerste lid kunnen vertegenwoordigers van pensioengerechtigden minder zetels bezetten dan het aantal op basis van de onderlinge getalsverhoudingen, bedoeld in het eerste lid, indien pensioengerechtigden bij de raadpleging, bedoeld in artikel 100, tweede lid, hebben gekozen voor een deelnemersraad en de vertegenwoordigers van pensioengerechtigden al voor die raadpleging zetels in het bestuur bezetten.

   4.De benoeming van de vertegenwoordigers van pensioengerechtigden in het bestuur van een ondernemingspensioenfonds vindt plaats na verkiezing van de vertegenwoordigers door en uit de pensioengerechtigden.
« terug