Art. 95 Pensioenwet
Voorwaardelijke toeslagverlening
   1.Bij voorwaardelijke toeslagverlening dient er een consistent geheel te zijn tussen de gewekte verwachtingen, de financiering en het realiseren van voorwaardelijke toeslagen.
   2.Bij regeling van Onze Minister wordt invulling gegeven aan het begrip consistentie, bedoeld in het eerste lid. Een regeling als bedoeld in de eerste volzin kan worden vastgesteld vier weken nadat het ontwerp is overgelegd aan de beide kamers der Staten-Generaal.
   3.Een toeslag is alleen voorwaardelijk indien in de pensioenovereenkomst, de uitvoeringsovereenkomst, het pensioenreglement, de opgaven op grond van de artikelen 21, 38 tot en met 46 en in de overige informatieverstrekking door de pensioenuitvoerder een voorwaardelijkheidsverklaring is opgenomen.
   4.Bij regeling van Onze Minister worden regels gesteld over de inhoud van de voorwaardelijkheidsverklaring

Memorie van Toelichting
Eerste lid
In dit artikel is de uitwerking van het uitgangspunt uit onderdeel 15 van de nota Hoofdlijnen FTK opgenomen dat inhoudt dat er consistentie is tussen gewekte verwachtingen, de financiering en de feitelijke realisatie van de overeengekomen voorwaardelijke toeslagverlening in het verleden. Ook voor verzekeraars geldt de eis van consistentie tussen gewekte verwachtingen, financiering en feitelijke toeslagverlening.

Voor pensioenfondsen ligt er een relatie tussen het onderhavige artikel en artikel 137. Op grond van artikel 137 worden in een algemene maatregel van bestuur nadere regels gesteld ten aanzien van de wijze van financieren van voorwaardelijke toeslagverlening bij pensioenfondsen in het kader van het voldoen aan de vereisten van het onderhavige artikel.

Derde lid
In eerste instantie is de inhoud van de pensioenovereenkomst respectievelijk van de uitvoeringsovereenkomst bepalend of een toeslag voorwaardelijk is of niet. Dat is echter niet voldoende. De regering wil dat in het pensioenreglement en de uitvoeringsovereenkomsten, evenals in alle communicatie van de werkgever en de pensioenuitvoerder met de werknemers/deelnemers, gewezen deelnemers, pensioengerechtigden en gewezen partners een voorwaardelijkheidsverklaring wordt gebruikt. Gebeurt dat niet dan wordt de toeslagverlening als onvoorwaardelijk beschouwd en moet een technische voorziening getroffen worden (zie ook artikelsgewijze toelichting van artikel 114 [ vaststelling technische voorzieningen pensioenfondsen ]). De regering wil daarmee waarborgen dat bij belanghebbenden geen verkeerde verwachtingen worden gewekt.

Met dit artikel wordt invulling gegeven aan de onderdelen 13 tot en met 17 van de nota Hoofdlijnen FTK. In de op basis van het derde lid vast te stellen lagere regelgeving zullen de onderdelen 13 tot en met 15 van de nota Hoofdlijnen FTK nader worden uitgewerkt. De in dit artikel genoemde voorwaardelijkheidsverklaring wordt in de praktijk overigens ook wel aangeduid met de term «disclaimer».

Vierde lid
De precieze inhoud van de voorwaardelijkheidsverklaring zal worden vastgesteld in een op grond van het derde lid op te stellen algemene maatregel van bestuur. In het algemeen deel van deze toelichting is aangegeven dat een aantal bij algemene maatregel van bestuur te regelen onderwerpen voor zullen worden gelegd aan beide kamers der Staten- Generaal (zogenoemde «voorhang»). De op grond van dit artikel op te stellen regels maken daar deel van uit.

« terug