|
|
|
N.B.:
De in de oorspronkelijke wettekst van artikel 80 opgenomen bevoegdheid van waardeoverdracht bij het bereiken van de pensioenleeftijd gold voor alle pensioenuitvoerders. De hieronder staande tekst van de Memorie van Toelichting heeft daarop nog betrekking.
Bij amendement op de Invoerings- en aanpassingswet geldt de in artikel 80 beschreven bevoegdheid tot waardeoverdracht alleen voor pensioenfondsen.
Genoemd amendement heeft twee artikelen aan de Pensioenwet - nadat de wet in het Staatsblad was gepubliceerd - toegevoegd (art. 81 en art. 82).
Deze artikelen legt verzekeraars de verplichting op tot waardeoverdracht bij het bereiken van de pensioendatum op grond van de pensioenovereenkomst.
De toelichting bij dit amendement luidt als volgt:
Het amendement heeft tot doel geen beperkende voorwaarde te stellen
om met het opgebouwde pensioenkapitaal te shoppen op de pensioendatum,
wanneer het pensioen is ondergebracht bij een verzekeraar.
Pensioengerechtigden moeten kunnen kiezen voor het meest gunstige
aanbod van diverse pensioenuitvoerders voor een periodieke pensioenuitkering.
Concurrentie t.a.v. de pensioenuitkering voorkomt dat een pensioengerechtigde
op de pensioendatum «overgeleverd» wordt aan een te laag
aanbod voor een pensioenuitkering van een pensioenuitvoerder, die
immers met winstoogmerk opereert.
---------------------------
Memorie van Toelichting op artikel 80:
Dit artikel biedt onder bepaalde voorwaarden de mogelijkheid tot het
zogenaamde «shoppen». Deze mogelijkheid is in de PSW geregeld in
artikel 32ba, derde lid. Met shoppen wordt de situatie aangeduid dat op de
pensioendatum de opgebouwde pensioenaanspraken in de vorm van een
kapitaal beschikbaar komt waarmee de pensioenrechten moeten worden
ingekocht. Dit artikel kan dus géén betrekking hebben op uitkeringsovereenkomsten.
De tekst is op dit punt verduidelijkt ten opzichte van de
PSW. Zowel wanneer sprake is van een kapitaalovereenkomst als wanneer
sprake is van een premieovereenkomst, is, omdat de pensioendatum
inmiddels is bereikt, de hoogte van het beschikbare kapitaal bekend.
Shoppen kan pas aan de orde komen per de pensioendatum, maar de
deelnemer of gewezen deelnemer zal zich al voor het bereiken van de
pensioendatum oriënteren op de mogelijke alternatieven. Hij kan het
verzoek dan ook al voor de pensioendatum doen, waarbij dan dus nog
sprake is van pensioenaanspraken en nog niet van pensioenrechten.
Op grond van artikel 32ba van de PSW is shoppen formeel ook mogelijk
wanneer de overdragende en/of de ontvangende pensioenuitvoerder een
pensioenfonds is. Een pensioenfonds als de ontvangende pensioenuitvoerder
is echter alleen mogelijk wanneer dat past binnen de taak van
het pensioenfonds. Een pensioenfonds kan uiteraard geen waarde
aannemen wanneer de deelnemer geen enkele band met het pensioenfonds
heeft gehad. Denkbaar is de situatie dat iemand in het verleden bij
een pensioenfonds aanspraken heeft opgebouwd en vervolgens in een
door een verzekeraar uitgevoerde pensioenregeling gaat deelnemen die
de mogelijkheid van «shoppen» kent. In dat geval zou waardeoverdracht
naar het pensioenfonds kunnen plaatsvinden, uiteraard alleen mits het
pensioenfonds bereid is die waarde aan te wenden.
De deelnemer of gewezen deelnemer die op grond van de pensioenovereenkomst
de bevoegdheid heeft om dit kapitaal aan te wenden bij
een andere pensioenuitvoerder voor een periodiek pensioen, kan op
grond van dit artikel die waarde laten overdragen. Bij een dergelijke
waardeoverdracht gelden ook de eisen van sekseneutraliteit en collectieve
actuariële gelijkwaardigheid. In de toelichting bij artikel 76, vierde lid, is al
uiteengezet wat dit in het kader van de overdracht voor de overdragende
pensioenuitvoerder betekent.
Er gelden op grond van dit artikel geen eisen ten aanzien van de ontvangende
pensioenuitvoerder. De eisen van sekseneutraliteit en collectieve
actuariële gelijkwaardigheid gelden net als bij waardeoverdracht op grond
van artikel 76, 83 en 84 voor de pensioenopbouw ná 31 december 2004.
|
|
|