|
|
|
In het eerste lid van het onderhavige artikel wordt geregeld dat de PPI
verplicht is de waarde van de pensioenaanspraken op de datum van
omzetting van de aanspraken in een uitkering aan een, door de PPI te
kiezen, verzekeraar over te dragen.
Het is echter ook denkbaar dat de deelnemer er zelf de voorkeur aan geeft
een uitkering te kopen bij een andere pensioenuitvoerder. Op grond van
artikel 81 van de Pensioenwet is de verzekeraar verplicht aan dit «shoppen» op de
pensioendatum mee te werken. Voorgesteld wordt om ook de PPI, indien
aan bepaalde voorwaarden is voldaan, te verplichten mee te werken aan
waardeoverdracht naar een andere pensioenuitvoerder op de pensioendatum
op verzoek van de deelnemer, gewezen deelnemer of andere
aanspraakgerechtigde.
Net als bij de shop-regeling voor pensioenfondsen en verzekeraars (artikel
80 en 81 van de Pensioenwet is een pensioenfonds als ontvangende pensioenuitvoerder
alleen mogelijk wanneer dit past binnen de taak van het
pensioenfonds. Een pensioenfonds kan uiteraard geen waarde aannemen
wanneer de deelnemer geen band met het fonds heeft gehad. Denkbaar is
de situatie dat iemand in het verleden bij een pensioenfonds aanspraken
heeft opgebouwd en vervolgens in een door een PPI uitgevoerde
pensioenregeling gaat deelnemen. In dat geval kan op de pensioendatum
waardeoverdracht naar dat pensioenfonds plaatsvinden.
De andere voorwaarde waaraan moet worden voldaan heeft betrekking op
de gelijke behandeling van mannen en vrouwen. In het kader van de
gelijke behandeling van mannen en vrouwen moet de overdragende
pensioenuitvoerder ervoor zorgen dat het te verwerven pensioen na
waardeoverdracht naar de ontvangende pensioenuitvoerder voor mannen
en vrouwen gelijk is. Indien de overdragende pensioenuitvoerder werkt
met sekseafhankelijke factoren en de pensioenuitvoerder waarbij de uitkering
wordt gekocht werkt met sekseneutrale factoren of andersom, dan
dient de overdragende pensioenuitvoerder een correctie toe te passen op
de overdrachtswaarde. Dit zou kunnen betekenen dat de PPI het risico
loopt bij te moeten betalen en daarvoor buffers moet hebben. Zoals
eerder is aangegeven kan de PPI geen risico’s lopen. Om die reden is de
PPI alleen verplicht tot medewerking aan shoppen indien de ontvangende
pensioenuitvoerder op dezelfde wijze aan het vereiste van sekseneutraliteit
voldoet.
In het derde lid is geregeld dat de overdrachtswaarde zo moet worden
vastgesteld dat de voor mannen en vrouwen te verwerven pensioenrechten
gelijk zijn waarbij aan het vereiste van collectieve actuariële gelijkwaardigheid
op basis van dezelfde grondslagen wordt voldaan. Hierbij
zijn de eisen van sekseneutraliteit en collectieve actuariële gelijkwaardigheid
opgenomen die ook in de artikelen 76, 80 en 81 van de Pensioenwet zijn opgenomen.
De eis van sekseneutraliteit is in de vorige alinea behandeld bij de voorwaarden
voor shoppen. Aan deze eis moet uiteraard ook worden voldaan
bij de waardeoverdracht aan de door de PPI gekozen verzekeraar. De eis
houdt in dat de overdragende pensioenuitvoerder (de PPI) ervoor moet
zorgen dat het te verwerven pensioen na waardeoverdracht naar de
ontvangende pensioenuitvoerder voor mannen en vrouwen gelijk is.
Op grond van de eis van collectieve actuariële gelijkwaardigheid moet de
overdrachtswaarde bovendien dusdanig berekend worden dat er op het
niveau van de pensioenuitvoerder geen geld achterblijft. De PPI mag
bijvoorbeeld niet kiezen voor waardeoverdracht naar een verzekeraar die
sekseneutrale factoren hanteert, door voor mannen en vrouwen een
gelijke, doch zeer lage waarde over te dragen. De overdrachtswaarde
moet dusdanig worden berekend in dat geval dat verwacht mag worden
dat een pensioenuitvoerder gemiddeld genomen geen geld overhoudt (of
tekort komt) bij waardeoverdracht.
De eisen van sekseneutraliteit en collectieve actuariële gelijkwaardigheid
gelden slechts vanaf een in de wet bepaalde datum.
|
|
|